1813 – Zes man geëxecuteerd

Dit is het verhaal van de executie op de Burcht van zes Zaanse mannen. In 1812 verloor Napoleon bijna zijn gehele leger, zijn ‘Grande Armee’, tijdens de veldtocht naar Rusland.  Na de normale inlijving bij het Franse leger werd op 18 en 19 april 1813 een bevelschrift aangeplakt met de extra verplichting voor iedere man tussen de 20 en de 40 zich in te schrijven voor de Nationale Garde. Na de bloedige nederlaag in Rusland groeide de onvrede met het Franse regime in het land en viel deelname aan een volgende oorlog niet in goede aarde. Honig schrijft[1], ‘Bij den wrevel der mannen, voegden zich de klaagtonen en tranen der vrouwen, die de hunnen zoo lief hadden, die zoo meenigen vriend en broeder reeds hadden zien heentrekken en nimmer er weder van gehoord hadden’.  Het verzet tegen deze maatregel groeide snel en op de 21e april bleek dat uit aangeplakte biljetten waarin werd opgeroepen  zich hiertegen te verzetten.

Dezelfde dag brak het oproer in Zaandam in alle vroegte uit. De deur van het raadhuis, naast de Oostzijderkerk, waar de inschrijvingen plaats zouden vinden, was met stopverf dicht gemaakt. Toen de commissaris van politie, J. de Quack er tenslotte in slaagde de deur van de kerk te openen, was het hek van de dam. De noodklok werd geluid en een grote menigte drong op naar het raadhuis om de inschrijvingsregisters op te eisen. Het was duidelijk dat er van een inschrijving geen sprake meer zou zijn. De inschrijvingslijsten werden in handen gegeven van Jacob Rek die men als aanvoerder zag. Het bleef niet bij Zaandam want burgers trokken verder de Zaanstreek in om lijsten op te eisen en het verzet aan te wakkeren. Om op alles voorbereid te zijn, besloten de burgers zich de wapens die in het stadhuis, het stadsmagazijn lagen en  die van de gendarmes en de douaniers zich toe te eigenen.

De volgende dag werd een boot die aan de Zuiddijk lag aangepakt en de gendarmes  werden ontwapend, gevangen genomen en naar de Drie Zwanen overgebracht. Een bericht verspreidde zich dat er een kanonneerboot in de Voorzaan lag.

Jacob Rek deed alles wat mogelijk was om het geweld te voorkomen, maar hij had het niet geheel meer in de hand. Hij onderhandelde samen met Göbel, de burgemeester, met de Fransen.  Daarbij overhandigde Göbel een geschrift waarin de gebeurtenissen van de afgelopen periode werden beschreven ondertekend door Rek, Eijdenberg en Kruyshaar. Dit papier werd later als belastende verklaring tegen hen gebruikt door de Fransen.

Toen Rek in de gaten kreeg dat, ondanks de dreiging van een bombardement, de bevolking zich niet terug in het hok liet drijven, legde hij zijn leidende rol neer. Raadsleden slaagden erin de rust te laten weer keren en de inschrijving vond alsnog plaats.

Voor de gouverneur-generaal Lebrun was het onvoldoende dat de rust was weer gekeerd. Hij zond met elf kanonneerboten een troepenmacht van 12 à 1300 man naar Zaandam die bij de burgerij werd ingekwartierd. De reeds bekende leiders werden gearresteerd en na enige tijd werden ook anderen ingerekend. De gevangenen werden door een militaire commissie in het logement Den Otter de hele avond en nacht ondervraagd. Na afloop werden zes van hen overgebracht naar de kanonneerboot.

Op maandag 26 april 1813 werden de gevangenen voor een krijgsraad geleid. Zij kregen wel een verdediging, maar na een kort beraad werd de geëiste doodstraf definitief. De mannen kregen nog twee uur om afscheid te nemen van hun familie en de doodskisten werden besteld. ’s Middags om vier trok een stoet naar de Burcht waar de mannen  naast elkaar werden opgesteld, ‘….de zes doodskisten ter zijde van hen, die zulk eenen dood niet hadden kunnen verwachten, die niet vooruitgezien of verdiend hadden.’ [2]

“De ongelukkigen werden op den Burcht op eene rij geplaatst, met hunne doodkisten in hunne nabijheid.”

 

 

 

De zes geëxecuteerde Zaankanters waren:

Jacob Rek, Zaandam, commissaris van het Rotterdamse schuitenveer;

Jan Eijdenberg, Zaandam, schipper;

Willem Kruyshaar, Zaandam, schipper;

Theodorus de Vries, Zaandam, winkelier

Barend Segglis, Zaandam, schildersgezel;

Cornelis Wijnstra, Zaandam, havenwerker.

 

In Zaandam-Zuid zijn zes straten naar hen vernoemd. In het Verzetsplantsoen zijn hun namen in het monument vereeuwigd. Honderd jaar na de gebeurtenis  werden  in 1913 deze Zaanse helden met een plechtigheid herdacht.

Bronnen:         De geschiedenis van de Zaanstreek, deel 1.

                        Honig: Geschiedenis der Zaanlanden, deel 2.

Foto’s:             Gemeentearchief Zaanstad

Illustratie: Joh. Braakensiek (Uit het boek ‘In den Otter’ van Joh. C. Kieviet).

[1] Honig: Geschiedenis der Zaanlanden, deel 2

[2] Honig: Geschiedenis der Zaanlanden, deel 2