Berend van der Weide

Geboren in 1921, in Emmen. Vader was een los werkman en vanwege het gebrek aan werk verhuisde het gezin naar Zaandam.  Ze kregen een woning aan het Hanenpad; een noodwoning op 45b. Als het gevroren had kon je zo over de sloot gaan schaatsen. Het vroor toen nog. De Zaan lag ook nog dicht want toen zijn zoon was geboren is zijn vrouw nog over de Zaan naar de Prins Hendrikkade overgestoken. Schaap van het pontje had een houten brug over de Zaan gelegd. Toen waren er nog twee pontjes: van Schaap en van Kaaijk.

Zijn eerste school was op het Kattegat, drie jaar heeft hij daar opgezeten. Toen verhuisde de familie, met 7 kinderen, naar de Havenbuurt. Berend kwam toen in de vierde klas van de Havenschool. Hij heeft nog een jaar ULO gedaan, de school die later gebombardeerd is. Maar alleen voetbal was belangrijk en dat ene jaar is hij dan ook blijven zitten. Hij kreeg een repetitie terug en de leraar zei, “Berend, als ik nog een vrije dag heb zal ik de fouten wel eens optellen”. Met 14 jaar is hij gaan werken.

Schoolfoto UlO-school aan de Hogendijk van het schooljaar 1932 – 1933.

Achteraan staand midden boven Leo Ekkes. Daaronder Jan Engel en Wout van Wijngaarden. Zittend van links naar rechts:  ?, Berend vd Weide, Ernst Swart, ?, Ab ten Wolde, concierge van Soest, Jan Janneman, Jaap Schoen, Cor Nol, Cees Scholts, ?, Kees Kleijn, gymnastiekleraar Hess, ?. Tweede rij: Arthur Kemink, Klaas Kamminga, ?, Teun van Wijngaarden, Jaap de Groot, Johan Stange, Henk de Wit, Piet Doets, Jan Smit, Jan Hermans, Piet Bart, Bram van Eck. Voorste rij: Jan de Graaf, Jaap van Hoorn, Cor Schaap, Dirk Mus, ?, Teun de Jong.

“We kwamen van de hel in de hemel”, zegt vd Weide over de verhuizing van het Hanenpad naar de Havenbuurt. Nieuwe stenen huisjes in de Finsestraat op nr. 2. Z’n vader was een echte Rooie, een SDAP’r, trouwens dat waren ze allemaal op de Haven. Tussen de SDAP en de CPN kon het nog wel eens knallen, maar op de Haven was dat niet zo; daar plakten ze nog samen tijdens verkiezingen.

Op 1 mei sprak Koos Vorrink op de Burcht en de kinderen van linkse ouders namen dan een briefje mee naar school om die dag vrij te krijgen. Op het ZFC terrein was er een groot feest.

Hij is overal bekend als Berend, als je naar van der Weide vraagt kennen ze hem niet, maar zeg je Berend weten ze meteen wie je bedoelt.

Werk

Z’n laatste jaren voor z’n pensionering werkte hij bij de gemeente Zaanstad als kassier. Toen hij van school kwam was het een slechte tijd, veel werkloosheid. “Ik ben nog eens de hele Oostzijde, bij alle bedrijven langs geweest om te vragen of er werk voor me was.” Zijn eerste baantje had hij op z’n veertiende als kouwe bakker. Als kouwe bakker vent je brood uit, in dit geval voor bakker Jo Huizinga in de Czarinastraat op nr. 43. De ventwijk lag op de Haven, een mooie wijk. Door een meningsverschil is hij daar weg gegaan en was toen werkloos. Hij vond een baan in de fabriek van het Hart en de Zwaan.

Hieronder een foto van een jubileum van de heer Cor Honig, de baas. Hij kwam elke donderdag in de fabriek langs om te kijken of alles wel naar wens liep.

Helemaal links Berend met een mooi maatpak. Direct naast hem staat Barend Duijs een korfballer van KZ. Voorste rij recht dhr. Minneboo, zijn chef.

Maar hij zat met z’n 19 jaar in een beroerde leeftijd want de oorlog brak uit. Hij was al voor de dienstplicht gekeurd en de kans om naar Duitsland gestuurd te worden was groot. Met behulp van plaatselijke artsen werd hij maagpatiënt. Dr. Brat uit de Westzijde zei toen tegen me, “jij bent toch maagpatiënt?”. Van hem kreeg ik een briefje voor een maagonderzoek in het ziekenhuis. Bij de eerste keer was ik niet nuchter, dus kreeg ik van broeder van Dam een nieuwe oproep, weer een paar weken uitstel. Toen naar dr. Beekhuis, Ooievaarstraat, toen de specialist en die oordeelde ook dat ik last van m’n maag had.

Ik zat toen in de ziektewet en dan moet je af en toe gekeurd worden. Kwam ik bij dr. Smit, keuringsarts en die vertelde precies wat ik niet mankeerde. Hij zei steeds ‘voel je dit?’ en je voelt zeker dit en ik zei steeds ja en zo rolde ik er door. Toen ik weer ging werken kwam toch het punt dat ik naar Duitsland moest en toen ben ik onder gedoken bij boeren in West-Friesland, bij Wervershoof. Hij had het goed daar en de mensen zorgden goed voor elkaar.  Er werd nog gevoetbald. Hij was op weg naar Zaandam voor een wedstrijd tegen KFC, op de fiets met houten banden, toen iemand hem aanhield en vertelde dat er verderop een controlepost van de Duitsers stond. Hij is toen maar omgereden. Soms heb je geluk.

En clandestien dansen. Waar nu Van Zaane fietsenwinkel is in de Westzijde, daar zat een café en daarachter was een vrije ruimte. Jaap Vermeulen speelde piano en er kwamen wat jongens en meisjes en dan kon je dansen. Nu is dat een leuke anekdote, maar het was toen wel spannend. We hebben ook nog wel gedanst boven Het Wapen van Amsterdam.

Kruidenier

Berend heeft jarenlang een kruidenierszaak in de Sundsvalstraat op de Haven gehad. Meteen na de oorlog, hij was werkloos. De winkel bestond al in de Sundvalstraat, maar er zat geen handel in en de winkel was vrij. Zelf woonden ze in de Finsestraat. Al in de oorlog bood Iemand mijn vader die winkel aan en toen zijn wij erin begonnen, met nog drie zusters. Maar er was natuurlijk geen handel, alles was op de bon. Na de oorlog heeft Berend het overgenomen en ook toen was nog veel op de bon.

Je kon toen nog wat rommelen. Naast ons zat nog een kruidenier, Katerberg, en die had een drogistvergunning en die wilde ik ook graag hebben. Ik heb het aangevraagd, papieren ingevuld. Maar ik had ook nog geen papieren voor de kruidenierszaak, geen middenstandsdiploma. Ambtenaren kwamen kijken, geen succes. Maar bij de volgende inspectie lag er een slof Engelse sigaretten op de toonbank. Zo gaat dat soms en je moet een beetje mazzel hebben. Die sigaretten haalde ik van de boten in de haven. Maar uiteindelijk kreeg ik wel m’n drogistvergunning. Zijn twee kinderen dochter Gerie en zoon Hans zijn op de Haven geboren.

Samen met de familie op de foto: V.l.n.r.: moeder en vader v.d. Weide, schoonvader Meijns, Aagje, schoonmoeder, zoon Hans en Berend.

Maar ik had nog steeds geen vergunning als kruidenier. Siem van de Velde, z’n vader zat bij de Kamer van Koophandel. Ik leerde die familie kennen en die vader heeft het nog een flink tijdje weten te rekken voor me. Ondertussen had mijn vrouw haar middenstandsdiploma gehaald en ik m’n kruideniersdiploma, dus toen was alle legaal.

Er waren ontzettend veel winkels op de haven. Wij zaten al met z’n tweeën naast elkaar en als ik wat tekort  kwam kon ik wel een doos koffie van hem lenen. Donderdagavond gingen mijn vrouw en ik bij ze op de koffie. Het was een concurrent, maar ook een collega. Toen hij wilde stoppen kwam hij bij mij. Na wat gesprekken bij de VIVO en wat rekenwerk heb ik zijn zaak overgenomen en het werd toen 1 zaak. 

Op de foto bij de heropening na de verbouwing de trotse vader van Berend met Aagje en Berend.

Later heb ik de opslag bij de winkel getrokken en werd de winkel twee keer zo groot en moderner ingericht. Ik heb daar ontzettend prettig gewerkt. Toen ik ermee stopte stonden klanten te huilen. Op m’n 54e ben ik ermee gestopt.

In de Sundvalstraat zaten een aantal winkels bij elkaar 2 kruideniers, een slager, een sigarenboer, een melkboer en ze hadden allemaal een eigen klandizie. Mijn vrouw Aagje werkte volop mee. Als ik er niet was voor een vergadering of voor de begeleiding met jeugdelftallen, nam zij het over. Dat was geen probleem, ze wist alles. We hadden ook nog een meisje in de zaak, Sonja Til, die kwam meteen van school bij ons werken. Nou, die hoefde je ook niets meer te vertellen, kende alle klanten. En geen kasregister, alles uit je hoofd of op een papiertje uitrekenen. Mijn dochter Gerie draaide ook al jong mee. ’s Avonds koekjes verpakken in zakjes van 2 ons. Dat verkocht beter dan in die grote blikken. Er gingen 20 koekjes in, maar wij deden er 19 in want die ene was voor de kosten van het zakje.

Ik heb ook nog op de markt gestaan; met kaas. Toen draaide de winkel nog. Op zaterdag stond ik hier op de markt. Daar kwam Remmet Ouwejan nog wel eens langs voor een praatje. Remmet was ook een vurig ZFC’er. Hij was ook een goed sportvisser, maar is in de Zaanstreek bekend geworden door zijn tekeningen van oude woningen.

Het was een oude wijk en ik was, samen met Jongejans de melkboer, de enige die een auto en een telefoon hadden. Als iemand moest bevallen kwamen ze bij ons of we mevrouw De Graaf, de verloskundige wilde bellen. Tegenover ons woonde een hartpatiënt en er lag een lijntje naar de buurman en als er wat was kwam de buurman naar ons toe om dr. Timmer te bellen. Dr. Timmer gaf die mevrouw dan een spuitje en moest dan wachten hoe het uitwerkte en dan zat hij bij ons koffie te drinken, midden in de nacht. 

Op een zondagavond komt moeder van Kralingen langs of ik met zoon Bertje even naar het ziekenhuis wil en daarna bracht ik hem weer terug. Jaren later kom ik Bert en z’n vrouw tegen, we drinken wat en bij het afrekenen zegt Bert, “Ome Berend, dat heb je nog tegoed van toen je me naar het ziekenhuis hebt gereden”. Dat is mooi hoor, hij was het niet vergeten.

De winkel is overgenomen door Gerrit Schoen. Ben ik niets aan te kort gekomen, keurig afgehandeld. Ik had er de leeftijd voor om ermee te stoppen. Daarna heb ik 11 jaar bij de afdeling Bevolking van de gemeente als kassier gewerkt.

ZFC

Misschien wel het aller belangrijkste wat hij over ZFC kan zeggen is dat hij zijn vrouw Aagje Meijns er heeft leren kennen. Ze was Wormerveerse en kon goed zingen. Dat deed ze o.a. bij QSC. Dus via het voetbal heeft Berend haar leren kennen.

Hij speelde bij de selectie van ZFC. Speelde meestal bij het Tweede, maar zat regelmatig op de bank bij het eerste en viel ook in. Met Dirk Kuiper, Toontje van Dijk, Jan Roos, Rudi Michel, Bobby Preis, Hennie Dijkstra, Piet de Boer, Ben Kabel, Lou de Graaf, Jan Plekker. ZFC had ook goeie trainers en een aantal Engelsen zoals Bollington, Hamilton, ook wel ‘Duke’ genoemd.

Achterste rij v.l.n.r.: Bram van Splunteren, Han de Jong, ?, Jan Dil, Gerard Thesing. Tweede rij v.l.n.r.: Koelemaij, Ed Vogelenzang, Beren v.d. Weide, Ben Cornelissen, Henk Jongbloed. Voor: Krijne, ?, Piet Doets.

 

Berend herinnert zich nog een vergadering bij Theo Smit die een zaak op de hoek van de Savornin Lohmanstraat had. Daar tegenover had je een bakker en daar boven woonde Theo Smit waar ze een vergadering hadden met de selectie. Van Asten was toen trainer en die vroeg aan Jan Plekker wat hij van de bespreking vond, maar Jan had alleen maar naar de boekenkast van Smit zitten kijken. Jan had door geleerd, weet je. ZFC had veel goeie keepers zoals Hennie Dijkstra, Piet Boer, Ben Jacket (politieagent). Een hele groep is later naar Alkmaar ‘54 gegaan; een ramp voor ZFC. Dat werd ze wel kwalijk genomen dat ze voor een paar centen naar Alkmaar gingen, maar die centen konden ze best gebruiken in die tijd.

Na de training ging de selectie naar de Wondertent en dan besprak de trainer hoe er gevoetbald moest worden. En op zondag was het de snoeptent. Ouwe Koch die liep in de rust met zo’n blad met snoep voor z’n buik.

ZFC terrein Westzanerdijk

Maar voor ZFC voetbalde hij als jong ventje bij Verkade. Daar voetbalden al drie broers van hem in Verkade 1, hij nog als aspirant met als trainer Piet Hoogmoed. Dat was op de velden van Verkade aan de Provincialeweg.

Deze ome Piet vertelde aan z’n broers dat ze hem eigenlijk naar ZFC moesten laten gaan. Dat was nogal wat; naar het grote ZFC op z’n veertiende. In een ‘Groentje’ een oud voetbalblad van de provincie Noord-Holland, staat zijn overgang naar ZFC nog vermeld. Onder de uitslagen van 5 mei 1935 staat:

Voetbal was erg belangrijk. Er was ook niet veel meer om te doen. Je werkte, trainde en speelde de wedstrijden. En zaterdagavond ging je dansen.

Jeugdwerk

Berend heeft ook veel jeugdwerk gedaan. Bij ZFC, maar ook op de haven bij de speeltuinvereniging. Organiseerde tuinfeesten, zorgde voor de tombola. Legden we een vloer neer en hadden we een dansavond. Ik vond het heerlijk om te doen. Ik hoor wel eens gekanker op de jeugd, maar dan vraag ik altijd of ze zelf wat voor de jeugd hebben gedaan. Voetbal verenigingen hebben geen jeugdleiders meer; mensen hebben er geen tijd meer voor.

Bij de reünie van de speeltuinvereniging kwam ik kinderen van toen tegen en dan zie je dat ze al oma zijn. Het was hartstikke leuk, zoveel mensen weer gezien.

Hij is later nog elftalleider bij Zaanlandia en Zilvermeeuwen geweest. Daar zaten goeie trainers, denk maar aan Co Adriaanse, daar heb ik vier jaar mee samen gewerkt. Maar bij al die clubs gaat alles nu via de computer en die heb ik niet dus hoor je niks meer, dat is niet leuk voor ouderen die geen computer hebben.

Co Adriaanse

In z’n woonkamer hangt een brief, ingelijst met foto van trainer Co Adriaanse, waarin hij Berend bedankt voor de mooie jaren bij Zilvermeeuwen. Hij eindigt de brief met: ‘Berend, ik hoop dat je nog lichamelijk fit bent en je goed voelt. Je bent altijd welkom bij mij. Aan jou heb ik toch veel te danken in de begeleiding naar de top! Met vriendelijke groet, Co’.

Zo af en toe als Adriaanse bij AZ gaat kijken haalt hij Berend op om samen naar de wedstrijd in Alkmaar af te reizen.