De Vereeniging ter bevordering van het Vreemdelingenverkeer

 door Ruud Meijns

Over de periode 1900 tot 1940

Eind 19e eeuw werden de grote steden zich gewaar van de toerist. Vakantie was nog steeds een bezigheid voor de gegoede klasse, maar gemeentebesturen begonnen er aandacht aan te besteden.

De eerste VVV in Nederland werd opgericht te Valkenburg aan de Geul in 1885. In Nederland bestonden in 1910 al 88 afdelingen van de VVV, waarbij in totaal 429 vestigingen waren aangesloten. (Wikipedia)

Terwijl men in Amsterdam al volop dacht aan het onder de aandacht brengen van de mooie plekken van de stad ten behoeve van de toeristen, was men in het Zaantje nog niet zover. Dat stak toch een aantal ingezetenen van Zaandam en zo kwam het dat in 1900 vanuit de Maatschappij tot het Nut van ’t Algemeen, het initiatief werd genomen tot het oprichten van een Vereeniging ter Bevordering van het Vreemdelingenverkeer, ook toen al afgekort tot V.V.V.

 

In het concept reglement dat aan belangstellenden werd toegezonden stelt men dat het doel is meer vreemdelingen naar onze plaats te krijgen. Dat kan bevorderd worden door verfraaiing van de gemeente, het maken van reclame en het bevorderen en aanmoedigen van de bovenstaande punten. Men was zich ervan bewust dat de Zaanstreek zich uitstekend leent om de vreemdeling aan te trekken maar dat er toch meer nodig dan alleen het huisje van Czaar Peter. En zelf deze bezienswaardigheid was nog moeilijk bereikbaar

In het jaar van oprichting bemoeide het bestuur van de “Vereeniging Tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer” zich al direct met plannen van de Hollandsche IJzeren Spoorweg om een lelijk en gesloten hek langs de spoorbaan te plaatsen. Hierdoor werd voor wandelaars het uitzicht ernstig bedorven. De spoormaatschappij gaf gehoor aan de oproepen en ging nu over tot het plaatsen van een ijzeren en doorzichtig hek.

Station Zaandam met molens de Liefde, Tarweakker en de Pet

In het eerste jaar van haar bestaan ging men voortvarend te werk en ontplooide tal van initiatieven. De gemeente sprak men aan over de wegwijzers of het ontbreken daarvan, maar ook met de verzorging van de graven op de begraafplaats achter de Oostzijderkerk. Men vroeg en kreeg bankjes langs de Prins Hendrikkade. Ook werd nagedacht over het uitgeven van een geïllustreerd gidsje met een opgave van de bezienswaardigheden in onze gemeente.

Jaarvergadering

Bij de eerste jaarvergadering in juni 1901 kon voorzitter de heer Latenstein melden dat het ledenaantal nu 175 bedroeg. De kosten van de oprichting werden door de vereniging tot plaatselijk Nut gedragen.

Daarnaast werd geopperd om een monument te stichten, een borstbeeld of standbeeld van Czaar Peter de Grote, een plan dat pas een tiental jaren later werkelijkheid werd. Ook waren er plannen voor een eigen gebouw.  Met dezelfde voorzienigheid kwam het voorstel ter tafel voor een betere verbinding tussen station en de Oostzijde. Hier zou een pontje vanaf de HBS naar de Stadswerf de oplossing kunnen bieden. Tijdens de vergadering ging er het nieuwtje rond dat houthandel Pont mogelijk genegen zou zijn haar loodsen van de Burcht naar elders te plaatsen.

In 1910 besloot de vereniging het initiatief te nemen tot de viering van het 100-jarig bestaan van de stad Zaandam in 1912. Bij monde van de heer P. van Heijnsbergen werd geopperd dat dit het best zou kunnen door, in navolging van de tentoonstelling van Zaanse Nijverheid in 1896, opnieuw een dergelijke tentoonstelling te organiseren omlijst met tal van feestelijkheden. Ter voorbereiding waren op de laatste voorbereidende vergadering alle sportclubs, muziek- en woningbouw- verenigingen en theaters uitgenodigd. Er werden subcommissies gevormd voor Historie, Volksspelen, Waterfeesten, Sport en Muziek. Het hoofdbestuur van het feestcomité stond onder leiding van burgemeester Jhr. Mr. C.A. Elias.

Tenslotte ging de tentoonstelling niet door en wat men ook probeerde, de Zaandamse bevolking en het bedrijfsleven waren niet warm te krijgen voor een eeuwfeest. De krant ‘Het Weekblad’ schreef dat het zo langzamerhand echt medelijden kreeg met het bestuur van de VVV dat al twee jaar bezig was met de organisatie.

Samenwerking

In de vergadering van 7 februari 1927 van de afdeling Zaandam van de Vereeniging van Vreemdelingen Verkeer werd besloten op 23 februari a.s. bijeen te komen om pogingen te doen om tot een vereniging voor de gehele Zaanstreek te komen.

Daar werd tevens besloten aan het Olympisch Comité een brief te sturen met het aanbod dat men gaarne bereid is tot overleg te komen over huisvesting van sporters. De Vereniging zal alles in het werk stellen om de vele buitenlandse sporters en bezoekers die naar de spelen komen te interesseren voor de Zaanstreek.

Men wil kortom, de ‘Grote trek’ van Amsterdam naar Volendam ombuigen naar de Zaanstreek. Een dagelijkse busdienst uit de hoofdstad naar hier zou daarbij enorm helpen.

Op 23 februari tijdens de vergadering in restaurant Jongeneel volgde de mededeling dat er sympathiebetuigingen waren van de overheden van Westzaan, Zaandam, Koog aan de Zaan, Wormerveer, Krommenie en Oostzaan. Hierna volgde de bespreking en aan het einde daarvan kon de vergadering vast stellen dat genoemde gemeenten zich zullen verenigen tot de oprichting van de Algemeene Zaansche VVV. De vier plaatsen die nog niet zijn aangesloten zullen worden  uitgenodigd tot deelname.

 De Zaandamse VVV vergaderde in maart en besloot zich, zoals te verwachten was, aan te sluiten bij de opgerichte Zaansche VVV. Het gemeentebestuur zal op de hoogte gebracht worden van het einde van het bestaan van de VVV alhier onder de hoede van de Maatschappij  tot ’t Nut van ’t Algemeen.

 

Olympische Spelen

 In april 1928 lukte het de Zaanse VVV tot een overeenkomst te komen met de Japanse attaché in Den Haag om de ‘Japanse Fine Fleur’ van sporters hier onder te brengen. Circa 45 personen, dames en heren, incl. de koks zullen in Zaandam worden onder gebracht in het Wapen van Zaandam en Het Wapen van Amsterdam.

Eind juli 1928 bood de Japanse gezant, de heer Koki Hirota in het Volkspark de gemeente een receptie aan als dank voor het huisvesten van zijn landgenoten. Hierbij waren het gemeentebestuur en bestuursleden van de VVV aanwezig. 

Tijdens de ontvangst in het Volkspark. v.l.n.r. Oom, J.C. van Wessem A Jzn., Z. Exc. Koki Hirota, Shojiro Otaka, Seliche Motono, J.J. Dinkelberg en E.R. Spaak. De Nederlandse heren zijn allen bestuurders van de Zaanse VVV. 

Na een succesvolle deelname aan de Olympische Spelen is het moment van afscheid gekomen voor de Japanse gasten in de Zaanstreek. De avond voor hun vertrek, rond middernacht voerden enkele sporters in pyjama een ‘nationale volksdans’ uit voor het hotel Het Wapen van Amsterdam. Dit onder luide aanmoediging van talrijke Zaandammers. Toen de gemoederen wat geluwd waren wist een agent van politie de dansers te bewegen zich weer naar binnen te begeven. De volgende dag werd van Zaandam afscheid genomen door middel van een optocht van alle sporters door Zaandam.

De Stedenloop

Van 1929 tot en met 1934 organiseerde de VVV, in samenwerking met K.N.A.U. de Zaanse Stedenloop. Uiteraard had dit een sportief doel, maar als belangrijk tweede doel was om zoveel mogelijk mensen met de Zaanstreek kennis te laten maken. De route liep door de zes Zaanse dorpen met een  start in Assendelft en de finish in de Nicolaasstraat in Zaandam.

Onder grote belangstelling naar de finish.

 

De Zaansche Tol- oorlog

De tolheffing was niet populair, maar enkele gemeenten, Krommenie, Wormerveer en Zaandijk, hielden de tol in stand vanwege de gemeentebegroting. Vooral toen de Provincialeweg was gerealiseerd vond men de heffing totaal overbodig. En zeker de Zaansche VVV was een warm pleitbezorger van de afschaffing van de tol. Het verhinderde een vrij verkeer door de gehele streek en daar hadden niet alleen de toeristen last van. Ook het bedrijfsleven trok keer op keer aan de bel om de tollen te laten verdwijnen.

In 1928 doet de Vereniging Voor Vreemdelingen verkeer keer op keer verzoeken aan de Zaanse gemeenten uitgaan om de tollen op te heffen of steun te geven aan het opheffen daarvan. Ook richt zij een dergelijk verzoek aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om de opheffing van tollen te bespoedigen. Zelfs werd een verzoek gericht aan de Kroon met het verzoek om opheffing te bespoedigen.

In september 1929 organiseert de Zaanse VVV een optocht naar Den Haag als protest tegen het voortduren van de tollen in de Zaanstreek. De gemeente Krommenie gaat om en de tol over de Nauenaarsche Vaart verdwijnt. Dat wordt in Krommenie in juni 1930 uitbundig gevierd met een optocht door het dorp waaraan ook vele niet Krommenieërs deelnamen.

In augustus 1930 deed de Zaansche VVV een laatste poging om ook de tol bij Zaandijk opgeheven te krijgen. Volgens de krant ontketende de vereniging een papieren oorlog. Alles en iedereen in het geweer gebracht met berekeningen en adressen van alle belanghebbenden met uiteindelijk als resultaat dat de tol per 1 januari 1931 verdween.

Een vreugdetocht langs de opgeheven tol in Zaandijk. Links het zwembad.

  De Zaansche Molentocht

Een ander bekend initiatief van de VVV waren de vele Molentochten. In de winter betekende dit een tocht over het IJs. Er waren ook zomerse wandeltochtentochten onder die naam.

In 1940 werd een schaatstocht gemaakt van Zaandam naar het ‘eilandje’ in het Alkmaardermeer en terug. Voor de begeleiding onderweg zorgden o.a. een detachement soldaten die de schaatsers op heikele punten de weg wezen.  En ook op onbetrouwbare plekken waren mensen van de organisatie gestationeerd.

Bij de foto de deelnemers die hun kaarten bij hotel De Karseboom afhalen. (krantenfoto)

*Dit waren enkele hoogtepunten uit het bestaan van de Zaansche VVV. Om alle activiteiten te noemen zou een omvangrijk boek nodig zijn.

 Foto’s: Gemeentearchief Zaanstad, Delpher