De Zaanlandsche Zeilvereniging

door Ruud Meijns

 Volgend jaar bestaat de Zaanlandse Zeilvereniging 140 jaar, opgericht in 1882, een respectabele leeftijd en we spreken over de geschiedenis met Dirk Molenaar. Dirk is al heel lang lid van de Z.Z.V. , de zeil- en roeivereniging aan de Havenstraat. Hij roeit er al vijftig jaar. Hij is in 1966 lid geworden, ook het jaar van de oprichting van de politieke partij D ’66. Dirk was 21 jaar en ging stemmen voor de Tweede Kamer, er was nog een opkomstplicht.

Hij is in Westzaan geboren op 5 januari 1945. De lagere school deed hij op de Noorderschool in de Kerkbuurt en daarna de Openbare U.L.O aan de Vlielandstraat bij de Hoornse lijn met de directeuren de Waal, de Bruin en ook nog Banning, die gaf aardrijks- en wiskunde.

Dirk is een nazaat van de drie generatie Molenaar die Molenaars Kindermeel hebben gerund.

“Ik heb de fabriek nog meegemaakt. Ze zijn begonnen met een molen, de Duinmeijer, met Pieter Molenaar. Toen ze op windkracht de productie niet meer bij konden houden werd er een zuiggasmotor geïnstalleerd. Maar dat was ook al niet genoeg en toen werd in 1911 de stoomfabriek aan de Nauenaarsevaart gebouwd voor de aanvoer van grondstoffen per schip.

Molen De Duinmeijer

Dirk Molenaar is het wandelend geheugen van de zeilvereniging, elk momentje in de geschiedenis kan hij van commentaar voorzien. Eigenlijk is de zeilvereniging al ouder dan het oprichtingsjaar 1882, vertelt hij, want al in 1850 was er een voorloper onder de naam Zaanlandsche Zeil- en Roei Vereniging, de Z.Z.R.V.. Afnemende animo was er de oorzaak van dat de vereniging in 1864 werd opgeheven. Natuurlijk werd er nog wel gezeild en geroeid, maar niet meer in clubverband. Dit waren gelegenheidswedstrijden waar door de toeschouwers op de kant nog flink op kon worden gewed.

Na een georganiseerde zeilwedstrijd in juni 1882 begon het bij een aantal lieden te kriebelen en op een bijeenkomst ten huize van C. Tip, J.J. Allanstraat 386 in Westzaan besloten D. Latenstein van Voorst, P. Aten, H. Leenhart Avis, W. Aten, M. Grootes, C. Tip, P. Donker en H.J. van Meeteren een vereniging op te richten; De Zaanlandsche Zeil Vereniging. De datum was 30 juni 1882.

De wedstrijd op de foto wordt gehouden op zijkanaal G dat na opening van het Noordzeekanaal werd gegraven. De eerste door de vereniging georganiseerde zeilwedstrijd was op 11 augustus 1883. (zie krantenverslag als bijlage PDF- Zaanlandsche Courant 1883-08-15)

In 1897, de club bestond 15 jaar, waren er ook de Czaar Peterfeesten ter herinnering aan het bezoek van de vorst uit Rusland. Het bestuur van de vereniging greep deze gelegenheid aan om flink uit te pakken met tal van festiviteiten. Dat kostte zoveel dat de vereniging nog jaren met een nadelig saldo op de begroting moest werken.

Bij de Kalverringdijk tijdens de Czaar Peterfeesten 1897

En in 1922, toen de vereniging 40 jaar bestond was er ook feest. Er waren er wedstrijden op de Poel en de Kuil en er was zelfs een radioverbinding van het ZZV-eiland bij Akersloot, weet Dirk te vertellen, je kunt er allen met een boot naartoe. Dat is het starteiland van ZZV; de Nes. Er is nog een  een foto waarop je een tent van de Nederlandse Seintoestellen Fabriek ziet staan, die verzorgde de technische kant van de radio. En er was een verbinding met de zeilwedstrijden op de Hemmes.

Er is zelfs nog een film van, een nitraatfilm waar later een video van is gemaakt. De Zaanse Molen vond die film ook belangrijk omdat er nog zoveel molens op staan die allang verdwenen zijn o.a. Het Zwarte Kalf, de Zaadzaaier, de Zwan. Zie deze link https://www.youtube.com/watch?v=vh0397xG3nA

Vroeger waren er ook zeilwedstrijden op de Voorzaan. Dat is nu verleden tijd, zelfs roeien is nu al moeilijk.

Van de zeilvereniging zijn ook nog oude foto’s, maar die liggen in het gemeentearchief. We hebben nog een album uit 1922 bij het 40-jarig jubileum. Daar zie je nog dat Maarten de Wit, de vader van Simon nog zeilde.

Hij kon dus uit zijn woning, aan de overkant van de Zaan het reilen en zeilen, of beter roeien en zeilen van de vereniging in de gaten houden. Daar hebben we veel profijt van gehad hoor dat Simon de Wit lid was, van zowel de roei- als van de zeilvereniging.

 De feestgids

We hebben nog enkele boten zoals de Simon, genoemd naar Simon de Wit, dat is een enkelvoudige 2, dus de een roeit bak boord en de ander roeit stuurboord. En vroeger was dat de oorspronkelijk manier van roeien, behalve in de Skiff natuurlijk.

Die Simon is een gladde 2 uit 1966. De Simon wordt niet meer als wedstrijdboot gebruikt, maar nog wel als oefenboot. Het is zo’n gladde 2, een enkelvoudige 2, een oarse.

Simon de Wit heeft op de Olympische spelen van 1936 geroeid in de gestuurde vier. In hun serie werd de ploeg nog eerste, maar in de finale kwam het team net te kort voor een medaille; ze werden vierde. Later gaf de Wit instructie aan roeiploegen o.a. de acht. Volgens oud ZZV-leden was de boot waarin werd geroeid de Dicky, een gladde boot zonder stuurman/vrouw, maar met een klein roertje dat door de slagroeier met de voeten werd bediend. Dat kon Simon de Wit heel goed.

De Dicky was een wedstrijdboot van Nereus die de Wit in Zaandam stalde om hier te kunnen trainen. Die boot heeft de vereniging nog steeds. Er wordt niet meer in geroeid, maar vanwege de geschiedenis is de boot nooit weg gedaan. Hij hangt nu als relikwie aan het plafond van ons Komboffie.

Dit is een foto uit 1946 waar je het moment van instappen ziet van de vier: Huub vd Stadt, Piet Leeuwenburg, Chris vd Ploeg en Simon de Wit.

Op deze foto zie je nog de aankomst van de Pallas. Het was de doop. Dan moet er een stuk in geroeid worden.

Bruynzeel had die boot gesponseerd en de naam komt van de Pallas keukens. Die van Bruynzeel waren ook wel liefhebbers en ze assisteerden als waterwacht ook altijd bij wedstrijden op het Alkmaardermeer. Ze hebben in 1936 met de Zeearend de Fastnetrace gewonnen. Ik kan me nog foto’s herinneren dat de Zeearend op de motor de Zaan opkomt varen en dan ontvangen wordt door een vloot van schepen.

Er zijn veel boten vernoemd naar personen uit de vereniging. Maar ook boten die vernoemd zijn naar molens en dan komen ze bij mij terecht of ik de geschiedenis van een molen wil opzoeken. Binnenkort komt er een boot bij en ik ben al bezig met het uitzoeken van de geschiedenis van die naam. Zo’n verhaaltje kwam dan in het clubblad, maar dat is er tegenwoordig niet meer, alles gaat via internet.  www.zzv-watersport.nl.

De ZZV was oorspronkelijk alleen een zeilclub en later, in 1935 is er een roeiafdeling bij gekomen. We zitten nog steeds aan de Havenstraat, het is een niet te missen complex. Het is boven het water gebouwd op palen.

De foto is van de opening is 1928. Vlnr. zittend H. Visser, mevr. Molenaar-Abbesté, mevr. Ter Laan, burgemeester K. ter Laan, P. Schoen, H. Velthuijs, mevr. Schoen, P. Molenaar, M. de Wit, A.H. Verkade, D. Tiemeijer. 

De houten jollenloods (bergplaats voor 12-voetsjollen en scheldejollen en ook voor zeilbenodigdheden als masten en zeilen) is in 1928 gebouwd, in 1933 nog wat vergroot en herbergde sinds 1935 de roeiafdeling, al 40 jaar lang, want in 1975 werd het oude, nogal krakkemikkig geworden gebouw gesloopt en trokken we in de huidige accommodatie, die gelukkig heel wat ruimer is dan dat oude loodsje van weleer!

We hadden toen 1 vlot haaks op de Havenstraat liggen en nu hebben er twee noord-zuid liggen en dan kun je veel meer boten kwijt. Tussen het haakse vlot en de wal was een strookje water dat lag barstensvol rotzooi. Wrakhout en plankjes die de houtbedrijven niet meer nodig hadden gingen overboord en met Noordenwind kon je hier zowat niet wegvaren. En als de wind draaide moest je nog uitkijken want dan dreef er hout op de zaan dat je niet op een houten balk knalde.

Waar nu onze roeivlotten liggen daar stond een gebouw voor de zeilvereniging met jollen, Scheldejollen en 12-voets jollen, maar ook voor masten en zeilonderdelen. Het was een zeilloods en niet bestemd voor roeien.

Vanaf de oprichting in 1935 heeft de roeivereniging elk jaar tot 1976 wedstrijden op de Voorzaan georganiseerd. Behalve in de oorlog want toen werd het beroerd. Maar in 1940 werd er nog volop geroeid. Ook in latere jaren heb ik daar aan meegeholpen en je was een week in touw met de voorbereiding.

Dekschuiten als tribune voor de toeschouwers.

In de 2e Wereldoorlog ging het roeien zo goed en zo kwaad als het ging wel door. Ook de septemberwedstrijden gingen, met uitzondering van 1944, door. Normaal gesproken werden de boten van de deelnemende verenigingen per botenwagens of via een vrachtschip naar Zaandam gebracht. Door het brandstof gebrek moesten de boten door de deelnemers worden over geroeid naar de Zaan. Wie deze tocht volbracht werd beloond met een vaantje met ster en het jaartal. In ons archief liggen nog enkele van die vaantjes.

We hadden één acht en die stak vier meter buiten boord want die kon er niet in. We hadden aan de schutting een afdakje gemaakt. En hier is nog een foto van Havenstraat en de oude jachthaven. Zie je dat uitbouwtje, dat is voor de 8, die was 20 meter lang. Het was een gemanoeuvreer om die lange boot eruit  te halen maar ook om hem er weer later neer te leggen. Het was een zware boot maar die wedstrijdmensen zijn wel gespierd, maar met heel tikkies terug en vooruit kwam de boot wel binnen. In de nieuwe loods is veel meer ruimte, de boten zijn lichter en de steunen zijn ook uitrolbaar dus kun je hem zo neerleggen.

Er was in 1975 een sportcommissaris, hij is later burgemeester van Purmerend geworden (Teun van Dam) en nadat Zaandam Zaanstad was geworden was er nog een potje en daar heeft onze club van geprofiteerd want toen konden we die krakkemikkige loods vervangen door een nieuwe.

Als herinnering aan de  oude starttoren is de nieuwe kantine, komboffie, een beetje gebogen gebouwd. Het is toen naar boven gebracht zodat je beneden meer ruimte had voor de boten en kleedruimte. We hebben altijd heel veel zelf gedaan. Vroeger waren de wanden van dat geperste plaat en dat moest regelmatig geschilderd worden. En als je Zaankant moest schilderen kwam er een dekschuit bij. Als er dan een flinke boot aankwam moest je even van je ladder af.

In die oude ruimte stond nog een oliekachel voor de verwarming en later toen er wat meer ruimte was kregen we gasgevelkachels. We hadden soms ook wel last, vooral ’s avonds, last van schepen die de gashandel flink open trokken. Dan zaten we te vergaderen en dan sloegen de golven tegen de onderkant van het gebouw aan.

Dit is bij  de opening van de nieuwe jachthaven aan de Havenstraat in 1975. Wethouder van sportzaken Van Dam blaast op een scheepstoeter. Op de achtergrond onze toenmalige voorzitter Jan Nico Van der Stadt. De gemeente had een belangrijke subsidie verstrekt voor de nieuwbouw. We hadden kajak- en roeiwedstrijden op de Voorzaan.

Maar bij het Alkmaardermeer, daar is eigenlijk het zeilgebeuren. De Zaan is eigenlijk te druk met ander verkeer en veel bruggen en dat is niet geschikt meer, zeker niet met de Den Uylbrug. Er is altijd veel op de Zaan gezeild en zeker bij de Hemmes waar behoorlijk ruim water is en er nog geen Julianabrug was. Er zijn nog wel foto’s van wedstrijden op de Voorzaan.

Het aantal leden ligt tussen de 120 en 150 leden. Op dit moment gaat het goed maar we zouden er nog wel wat bij kunnen gebruiken. We hebben genoeg boten en we roeien een paar dagen in de week en met meer mensen kun je dat uitbreiden. Zomers, als het nog lang licht is, kan er heel lang gevaren worden. ’s Winters is er weinig tijd om te roeien, het is vroeg donker en overdag zit iedereen op z’n werk of op school. Dan gebruikten we tijd om aan conditietraining te doen, heel veel in de gymzaal van de Havenschool, nu een partycentrum.

Als je aan een roeiwedstrijd van 8 km op de Amstel deel neemt moet je wel een goeie conditie hebben. Het is een half uur roeien zonder rust en dan is een conditie wel nodig.

Wij waren de eerste club die een kunststof 8 hadden. We roeiden toen de Head of the River en een bekijks dat we hadden. Vroeger waren alle boten van hout, van een soort cederhout denk ik, het moest wel sterk zijn natuurlijk. Er is ooit een boekje verschenen, van voor de oorlog ‘De Jongens in de boot’ en daarin wordt verteld hoe ze werden opgeleid, welk materiaal ze moesten gebruiken. Dat ging over een Amerikaanse Olympische acht en die heeft in 1936 de Duitse ploeg eraf geroeid. Dat is eigenlijk niet zo bekend. Iedereen weet van Jessy Owens, maar er was ook een Amerikaanse Acht die de Nazi’s versloeg.

In 1882 was roeien nog een elitesport want Jan met de pet had geen geld voor een roeiboot. De  Amerikaanse coach die zei dat als je gespierde mannen wil hebben dan moet je ze niet op kantoren zoeken, maar naar de bosbouw gaan waar ze met trekzagen werken. Hij heeft ze wel de roei-discipline bijgebracht. De elite hier waren zo werd wel gezegd de zonen van Verkade, de Wit. Maar in de jaren ’60 was dat wel over en waren ook mensen van de Havenstraat lid.

Het was ooit de traditie dat als een ploeg gewonnen had dat de stuurman met kop en kont overboord werd gegooid. Nu zijn stuurmannen altijd wel licht, hoewel ze moesten wel 50 kg. wegen. En als ze dat niet waren moesten ze zandzakjes meenemen om aan het gewicht te komen. Er was een tijd dat mannenploegen niet door een vrouw gestuurd mochten worden. En andersom ook natuurlijk. Lang geleden al afgeschaft.

Voorzaan Number One in 1938

We hebben in 1981 brand gehad bij een inbraak. Die dief heeft er een vlammetje bij gehouden. Maar dan sta je wel te kijken als je clubhuis in een spookhuis verandert. De avond ervoor hadden we nog een feestje gehad en de mensen lagen net te slapen toen de mededeling kwam dat het Komboffie in de brand stond. Het was een jaar voor het jubileumjaar dus hebben we 3 maanden hard gewerkt om het weer in orde te krijgen. We kregen een directiekeet van Van Braam & Minnesma zodat we toch nog door konden.

Er is ook een oefenboot die heet de Joker en we hadden een oefenbak. Die bak was bedoeld om de roei-beweging te leren. Het lijkt wel makkelijk, maar je roeit ook met je benen, niet alleen met je armen. Je zit op een rolbankje en dat gaat heen en weer. Je duwt jezelf achteruit dus moet je je beenspieren gebruiken. En met het roeien gebruik je ook je armspieren en je buikspieren. Met de training werd daar altijd rekening mee gehouden.Op het vlot was een oefenbank, je zat hierbij niet in het water. Je had 1 riem en dan leerde je oprijen en afremmen dan trappen en dat is de haal. Je moet echt wel oefenen en zeker als je wedstrijden roeit moet die slag echt goed onder de knie hebben.

Het clubgebouw aan de Havenstraat

Foto’s: Gemeentearchief Zaanstad, collectie Dirk Molenaar, Vereniging Zaanse Molen, Het Roeimuseum. De Zaanlandsche Zeilvereniging, 125 jaar watersport 1882 – 2007.