De Zaanse Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer

door Ruud Meijns

In de jaren ’60 stonden de werkgevers voor de school met de vraag of je bij hen kwam werken. Ik koos voor Pieter Schoen. Nou dat was wat die mensen op zo’n kantoor. Hoe die met elkaar omgingen, ik heb mn ogen uitgekeken. Ik was jongste bediende op de afdeling Export en Expeditie. Lange orders uittikken, op een stencil zetten en die bracht ik de fabriek rond. Ik kwam overal dat was wel heel mooi. Aan het woord Kees Koppenol over zijn jaren bij de Zaanse VVV. 

Ik heb er drie jaar gewerkt en toen kwam de Dienstplicht. Een werkgever was toen nog verplicht om je na 18 maanden weer terug te nemen. Ik koos ervoor om niet terug te gaan, maar bij Bergmann in Amsterdam te solliciteren. Dat had ook met het salaris te maken want dat was in Amsterdam stukken hoger. Bergmann was een reisorganisatie en ik kreeg de verantwoordelijkheid voor het inkomende toerisme. Groepen of personen door gidsen laten ophalen van Schiphol. We boekten de hotels, de excursies e.d. Onze rondvaartboten lagen aan de Prins Hendrikkade. Dan heb je het van mei tot november erg druk hoewel met de aantrekkende economie werd het het hele jaar druk.

Je krijgt wel mensenkennis, hoe je met ontevreden klanten moet omgaan zodat ze toch weer tevreden weg gaan. Maar ook bijzonderheden zoals Amerikanen gingen toen, eind jaren ’60, nooit individueel op stap veel te bang dat ze in een verkeerde buurt terecht kwamen. Dat praatte je ze niet uit het hoofd. Aziaten gingen ook altijd in groepen. Tegenwoordig zie ik ze met een huurfiets naar de Zaanse Schans fietsen dus er is wel wat veranderd. Voor Bergmann ben ik in 1971 nog zes weken naar de V.S. geweest; de oostkust waar veel van onze contacten zaten. Mijn baas zei, “ga maar eens kennismaken met de mensen waar je zoveel contact mee hebt”. Ze waren erg behulpzaam en waarschuwden me om niet naar bepaalde plekken te gaan en vooral mijn hoteldeur goed op slot te doen. New York was ’s avonds nog onveilig. Dat kende ik in eigen land niet

In Nederland doe je in dit werk erg veel contacten op o.a. met de VVV, dus ook met de VVV in Zaandam. Daar was dhr. Dick Breeuwer toen directeur. Die kende ik wel want ik leverde in m’n jonge jaren voor de slagerij van mijn vader vleeswaren af voor de Waakzaamheid. Bovendien had ik met de jongens van Breeuwer op school gezeten.

Toen Breeuwer ziek werd, stelde hij voor dat men mij zou vragen als zijn opvolger. Daar heb ik nog wel even over moeten nadenken maar de knoop door gehakt en ben bij de VVV in november 1976 van start gegaan. Tot de samenvoeging van de Zaangemeenten tot Zaanstad had elke plaats zijn eigen VVV-kantoor. 

Het kantoor van de Zaanse VVV was toen gevestigd in het pand Stationsstraat 89B

Laat ik zeggen dat ik in een wat bedaarde organisatie terecht kwam. We waren een VVV-I-kantoor, dat wil zeggen, een VVV met een landelijke functie. Daar waren er 76 van in het land.  Het kantoor was een woonhuis, Stationsstraat 89b en er waren drie personeelsleden. De dames hadden overal posters opgehangen met als resultaat dat je van buiten niet naar binnen kon kijken; dat was niet erg uitnodigend. Dat was ik niet gewend vanuit Amsterdam.

Ik begon eind 1976 en het jaar erop bestond onze VVV 50 jaar, opgericht in 1927, dus dat moest gevierd worden. De oprichting in 1927 was vooral gericht op het opheffen van de tollen in de Zaanstreek. Vrij verkeer in de streek. We hebben toen een feestelijke rit met Oldtimers georganiseerd in samenwerking met een grote landelijke oldtimersclub. Er was een verzamelpunt waar iedereen de wagens kon bewonderen en die eigenaren trokken met hun wagens de hele Zaanstreek door en ze kwamen door allerlei punten waar die tollen ooit geweest waren. En in Zaandijk hadden we een tol neergezet, want dat was de laatste tol die werd opgeheven.

Naast een algemeen informatiepunt  was het ook zaak om eigen inkomsten te organiseren. We hadden een eigen cadeaubon; de Zaanse VVV-bon. In het begin was dat nog een open bon waar het bedrag op ingevuld moest worden met de typemachine. Daar zijn we toen wel vanaf gestapt. De bon zelf was een goede inkomstenbron. Denk maar aan al die bedrijven die met jubilea, oud en nieuw voor hun werknemers een bon inkochten. Vanuit de landelijke organisatie werd dat idee overgenomen zodat er een Nationale bon ontstond.  Dat viel voor ons niet vol te houden want ook in de Zaanstreek kwamen werknemers uit alle delen van het land en onze bon was alleen in de Zaanstreek in te wisselen. Wij staptendus over naar de landelijke VVV-bon.

Folkloredag

De VVV organiseerde op de Zaanse Schans de jaarlijkse ‘Folkloredag’. Dat is een behoorlijke organisatie want de kramen moet je bestellen, de deelnemers uitnodigen die de oude beroepen doen, vergunningen aanvragen. Daar was altijd heel veel belangstelling voor. Het stond vol met kramen en meestal hadden we bij het Glop de Westzaanse Boerenkapel. Dat was een behoorlijke klus.

Die folkloredag was een bestaand iets maar toch moet je  telkens vernieuwen en iets toevoegen. Er waren heel veel dingen waar mensen konden kijken zoals bij de beeldsnijder of het weven. Die mensen waren de hele dag in touw en die werden ingehuurd. Maar die werden steeds duurder en de mensen die er stonden om te verkopen moesten ons betalen. En zolang dat om het even was is het prima. Op een zeker moment was o.a. de smid overleden, de kunstknipster gestopt. Maar het gold ook voor andere oude ambachten; allemaal oude mensen. Dan moet je toch wat nieuwe zaken brengen.

Je bent pas klaar met zo’n dag als de dag zelf voorbij is. Ik heb soms, voorafgaand aan de dag,  tot ’s nachts zitten werken om alle deelnemerslijsten op orde te krijgen, alles ging toen nog met de hand. Een dag voor het begin kwamen er afberichten en mutaties en dan wil je op de dag zelf toch correcte lijsten hebben.

We hebben jaren ook tijdens dat weekend rondvluchten georganiseerd met een Fokker Friendship van de KLM. Een mooi toestel met de vleugels boven de grote ramen.

We deden twaalf vluchten in dat weekend; elke dag zes en het vliegtuig zat vol. De mensen gingen per bus van Hellingman en een gids vanaf de Schans naar Schiphol en vlogen dan in een half uurtje in een lus over de Zaanstreek. Voor velen was het hun luchtdoop.

Maar ook daar veranderden zaken. De controle op Schiphol werd strenger, mensen gingen meer vliegen zodat het nieuwtje er wel af was. En van de Folklore-dag hebben we maar  Jaarfeest genoemd omdat er steeds minder ambachten waren.

 

De Stationsstraat

Het kantoor in de Stationsstraat had met het NS station in de buurt een goede aanloop. Met de komst van het nieuwe station op een andere plek werd het wel erg stil. Bovendien werd het buurtje, het Noordsche Bos gesloopt en moesten we naar een andere locatie omzien.

Gelukkig kregen we hulp van de heer Kan, die van de palen. Op de Gedempte Gracht stond naast zijn eigen huis een pandje op nr. 70 waarvoor hij ons wel als huurders wilde hebben. Daar is toen behoorlijk aan verbouwd en zo kwamen we op een toplocatie te zitten met een voortdurende stroom mensen. Het huis dat er ooit stond is onherkenbaar veranderd. Een nieuwe voorgevel met de VVV-letters erin verwerkt. En ook binnen werd er ruimte gecreëerd.

Een VVV-kantoor was voorheen toch vooral ook een informatiepunt van hoe laat de boot naar Texel ging en hoe laat de Efteling open ging. En voor chauffeurs die de weg zochten. Duinkaarten (Jaarkaarten) werden ook veel verkocht aan mensen die een dagje naar de duinen gingen of bezoekers van Bakkum. Die informatie kon je langzamerhand allemaal op internet te vinden.

Op de foto’s het oude kantoor en na verbouwing het nieuwe VVV-I kantoor.

Een directeur van de VVV is ook een soort duizendpoot binnen de gemeentes. Allerlei organisaties waar je mee te maken hebt vragen je voor een bestuursfunctie. Dan moet je natuurlijk wel keuzes maken en dicht bij je taak blijven. Maar door al die contacten weet je wel wat er aan de hand is en wie je moet hebben om iets voor elkaar te krijgen. 

Zaanse Schans

De Zaanse Schans ligt bij Zaandijk, maar op het grondgebied van Zaandam. In de reisgidsen stond dus ‘Zaanse Schans – Zaandam’.  Bezoekers uit binnen- en buitenland volgden dus de borden richting Zaandam en belandden dus in het centrum en kwamen bij ons met rood aangelopen hoofden in ons kantoor op de Gedempte Gracht.

Dus ben ik met de ANWB gaan praten of ze dat op hun borden aan konden geven; dat kon niet. Ik heb ze laten zien dat de Keukenhof die maar 7 weken per jaar open is er wel op stond. Daarna kon het wel en moest een andere vermelding op hun borden 24.000 gulden gaan kosten. Op de Schans zelf hadden ze er wel oren naar maar er geen centen voor over. En na verloop van tijd toen de ANWB de borden weer eens moest vernieuwen stond het er ineens op. Kostte niets.

Kees Koppenol in het kantoor van de VVV

De directeuren van VVV-I-kantoren kwamen maandelijks ergens in het land bij elkaar voor een vergadering. Ook door deze contacten in de landelijke organisatie leer je mensen en ideeën kennen. Je hoort en ziet hoe andere het doen en dat stimuleert weer. Ik weet nog dat we zo’n boekje met de plattegrond van de Zaanstreek hadden, de ‘Zaanatlas’ met diverse kaartjes die je wel telkens moest omslaan. Toen in de gemeente  nieuwe wijken werden gebouwd moesten we steeds weer kaartjes van Poelenburg, Peldersveld, Plan Kalf etc. in dat boekje toevoegen. Toen ben ik gaan praten met de kaartenmaker Falkplan en zo is er een kaart van Zaandam gekomen met achterop een index. Daar loop je tegenaan en dan probeer je daar iets op te vinden en kregen we weer wat eigen inkomsten. We kregen van de gemeente een kleine subsidie maar je was verplicht om eigen inkomsten te vergaren.

We waren ook het punt voor de kaartverkoop van concerten en daar kregen we ook een percentage van. Dus als je dan 400 kaarten voor het concert van David Bowie, The Rolling Stonesw verkoopt tik dat lekker aan. Ja, dan moest je echt aanpoten hoor als er zo’n rij voor je deur stond.

In de rij voor het concert van René Froger, 1994

We hadden zelfs beveiligers aan de deur en die liepen met ons mee als we naar de bank moesten om de inkomsten weg te brengen.

We organiseerden in die tijd echt van alles van fietstochten, vaartochten om vogels te bekijken, wandeltochten. Kerkepad waarbij verschillende kerken bezocht werden en in trek bij orgelliefhebbers. We hebben in dat kader ook aan de TV-uitzendingen meegewerkt.

De ANWB organiseerde de Landelijke Fietsdag en dan maakten wij hier weer een route voor ons gebied, samen met Le Champion. En met de Zaanse Molen deden we de Zaanse Molendag. Zaandam heeft ook de Czaar Peterfeesten gehad en dan heb je weer overleg met de gemeente en de ondernemers. Ik zat, vanuit mijn functie als secretaris ook bij het City Centre overleg.

Bij de Open Monumentendag hebben we in het begin inzet moeten plegen om monumenten dan wel de eigenaren ervan om die te overtuigen om mee te doen. Ik zat in het organiserende comité en bij sommigen moest je echt praten als Brugman. Aanvankelijk was de belangstelling nog niet zo groot, maar nu zijn er duizenden mensen op pad tijdens die dag.

Het AD (Algemeen Dagblad) organiseerde jaarlijks allerlei onderzoeken naar bijvoorbeeld de beste haringtent. Maar ze deden ook onderzoek bij VVV-kantoren met mysteriegasten. Ze keken dan naar vriendelijkheid, talenkennis en dat soort zaken. Ze schreven brieven die beantwoord moesten worden. Daar hebben we één keer bijgestaan en kregen een zeven en een half; niet slecht dus. Dienstverlening en klantvriendelijkheid waren heel belangrijk. Je kunt dan geen persoonlijke voor- of afkeur laten meespelen.  We hebben bij een ander mysterie-guest onderzoek een keer duizend gulden gewonnen.

Grote VVV’s

Voor een VVV-informatrice was er een MBO-opleiding die door het landelijk buro was opgezet. Ik heb zelf nog wel lessen verzorgd bij die opleiding. Ook in Haarlem nog wel een dag verzorgd.

De landelijke VVV-organisatie, de ANVV telde een paar honderd leden; lokale VVV’s die alleen informatie gaven over het eigen gebied. Er waren regionale VVV’s die over de eigen streek info verstrekken en dan de VVV-I-kantoren met info over het hele land. Om de slagvaardiger te zijn wilde de ANVV per provincie slechts vier of vijf grote, samengevoegde VVV’s overhouden. Dat betekende voor de Zaanse VVV aansluiten bij Amsterdam of Alkmaar.

Persoonlijk had Alkmaar mijn voorkeur, maar zakelijk gezien was Amsterdam de beste keuze omdat zij de leverancier zijn van onze toeristen. Maar bij dat samengaan wilde Amsterdam de directeursfunctie niet meenemen dus kwam ik bij de gemeente terecht en werd toegevoegd aan Economische zaken, waar toerisme onder valt, maar gedetacheerd vanuit de Zaanse Schans.  Dat had allemaal met pensioenrechten te maken. En zo kwam ik met 1 januari 2002 op de Bannehof te zitten. Bij mn pensioen vroegen ze of ik er nog een jaartje aan vast wilde plakken om wat mensen in te werken.

Die overname door Amsterdam is voor het belang van het kantoor van de Zaanse VVV niet goed geweest. Na een paar jaar stopte Amsterdam al met het kantoor, dat vonden ze veel te duur. Toen was er geen VVV meer. Maar de gemeente vond uiteindelijk toch dat er wel een informatiepunt moest komen en dat kwam in een paviljoen op de Gedempte Gracht te zitten bij Stadsvoorlichting en nu is er het winkeltje bij het gemeentehuis.

Foto’s: Wikipedia en Gemeentearchief Zaanstad