De Zaanse Zieken en Bejaarden Omroep – ZZBO

door Ruud Meijns

Ik sprak met Jan Belier die de omroep heeft opgericht. Hij vertelt:

Als je nu in een ziekenhuis komt zie je een clean gebouw met patiënten die er twee of drie dagen liggen, maar in de periode dat de ZZBO startte was de gemiddelde ligtijd vijftien dagen. Die patienten hadden niks om zich te vermaken. In het Juliana ziekenhuis hing bij elk bed een plastic schelpje dat je tegen je oor moest houden en dan kon je vier radiostations – waaronder de ZZBO –  beluisteren. In het Johannes ziekenhuis hing een speaker op de zaal.

Het idee van de ZZBO was om via haar radioprogramma’s de patiënten in de ziekenhuizen en de bewoners in de verzorgingshuizen te amuseren en te betrekken bij het sportieve en andere gebeuren in de Zaanstreek. Zo maakten we verzoekplatenprogramma’s, waarvoor patiënten, bejaarden of familie een plaat konden aanvragen die wij dan draaiden. Ook zonden we lokale actualiteitenprogramma’s uit en op zondag een Zaans sportprogramma. Vroeger moest je in Zaandam voor de sportuitslagen naar de Gedempte Gracht, waar deze in de vitrine van de krant hingen.

Ons Zaanse sportprogramma is altijd een topper geweest, met een hoge luisterdichtheid. We hadden vaak ‘eigen’ verslaggevers ter plekke. Maar we konden zelf niet bij elke wedstrijd zijn en daarom hadden we bij de clubs contactpersonen die we als informatiebron gebruikten. Bij KFC was dat meneer Schuddeboom, bij Zaandijk meneer Laduc en bij QSC in Wormerveer meneer Valk. Die contactpersonen belden we op voor een verslagje; ze waren soms wel wat partijdig.

Als we zelf rechtstreeks verslag deden van een sportwedstrijd ging dat via de ter plaatse aanwezige telefoonlijn. We namen dan een setje spullen, met onder andere speciale eigen telefoonapparatuur, mee en gingen bij de club in de kantine op zoek naar de PTT-wandkontaktdoos. Daar sloten we dan onze apparatuur op aan, belden de studio en deden verslag. In plaats van de telefoonhoorn gebruikten we dan een microfoon en een koptelefoon.

Voor ons actualiteitenprogramma gingen we zelf op zoek naar onderwerpen. Toen we wat bekender werden kregen wij ook veel informatie toegestuurd. Je had medewerkers in de studio die presenteerden en jongens en meiden die op pad gingen. Er zaten goeie tussen hoor en sommigen hebben er later hun beroep van gemaakt. Een ziekenomroep was voor veel mensen een opstapje naar de professionele radio. Zo is onze Leen Schaap technicus bij de NOS geworden en kreeg hij onder meer de technische leiding in Frankrijk van Radio Tour de France. Piet Teeling werd sportverslaggever bij de NOS en Klaas van Zinderen Bakker werd onder de naam Marc van Amstel bekend als nieuwslezer en presentator bij Radio Noordzee, het ANP, Wereldomroep en tal van andere radiozenders. Ook voormalig tv-icoon Henny Huisman begon bij de ZZBO; samen met zijn vriend Rein Sluik maakte hij een programma voor de jongere patiënten.

Hoe ben je er zelf bij gekomen?

Met een vriend en een meisje leidde ik ooit de fanclub van de Duitse zanger Freddy Quinn. Ik kwam toen in aanraking met NCRV-radioman Victor Conselman, die teksten schreef voor de Vereniging Nederlandse Ziekenomroepen. Ik vroeg me af of er ook zo’n omroep in de Zaanstreek was en dat bleek niet het geval te zijn. Jaren daarvoor was er hier wel een omroep geweest, te weten de Zaanse Vereniging Radio Omroep – ZVRO.  Die deden wat in het toenmalige bejaardenhuis Oostererf, maar dat was niet helemaal goed gegaan en gestopt. Samen met buurjongen Harry Termaten heb ik daarom in 1965 de ZZBO opgericht.

Ik was de presentator en programmasamensteller en Harry de technicus, want hij had een bandrecorder. Later kwamen ook Atie en Ruud Holstvoogd, Frank Groen en Dolf Mus erbij, als respectievelijk omroepster en technici.

Jan Belier met Harry Termaten op weg naar de ‘studio’ met alle apparatuur in de tas

 

Spullen en eigen studiopandje

Jan Belier en Ruud Holstvoogd nemen thuis een ZZBO-radioprogramma op band op 

Om de omroep van de grond te krijgen zijn we naar de Zaandamse Gemeenschap in de Stationsstraat gegaan. Daar zat meneer Wijngaard, die ons vroeg om eens te komen praten. We hadden namelijk gevraagd of de Zaandamse Gemeenschap ons kon helpen. Wijngaard was gelijk gemotiveerd en benaderde voor ons bedrijven en andere instanties die ons materieel of financieel zouden kunnen steunen. Toen dat lukte, zijn we naar de gemeente Zaandam gestapt. Immers, we hadden ook een eigen studioruimte nodig voor het maken van onze radioprogramma’s. In het begin gebeurde dat bij ons thuis en dat was alles behalve ideaal. Bij de gemeente zat Harry Esser, wethouder KVP, en net als Wijngaard reageerde hij positief en ging hij op zoek naar een onderkomen voor ons.

Uiteindelijk kregen we via hem de beschikking over een oud pand aan het Dampad. Het was gevestigd op nummer 25, tegenover een groenteboer. Beneden was het magazijn van die groenteboer en de lege bovenverdieping was voor ons. Er was geen stromend water, dus als we erheen gingen namen we altijd 2 jerrycans met water mee voor de koffie en thee en om de WC door te spoelen. We hadden gelukkig wel handige jongens die op de bovenverdieping een prima studio bouwden met een heuse spreekcel en technische ruimte. Voor de goede akoestiek brachten we in de spreekcel eierrekken aan. Ik had die eierrekken meegenomen uit de keuken van de militaire kazerne waar ik toen als dienstplichtig korporaal werkte op Bureau Voeding.

Op het Dampad maakten we programma’s die allemaal op band werden opgenomen.

Later hebben we goed geoutilleerde studio’s gehad op de Notenlaan 1c in Zaandam en in de beide ziekenhuizen.

Geld

Volgens mij hebben we nooit subsidies gehad voor het – gratis – maken en uitzenden van onze programma’s. Het was altijd bedelen bij bedrijven en andere instanties die ons konden steunen. Zo heeft de Doopsgezinde kerk in Zaandam zich een keer ingezet voor de aanschaf van een nieuwe draagbare bandrecorder door ons. We hadden een mooie recorder om buitenopnames te maken, maar die was stuk gegaan. In de Vertoeving aan de Westzijde verkochten de Doopsgezinden elk jaar vóór Pasen ‘boterlammetjes’. De opbrengst hiervan was altijd voor een goed doel en in dat jaar waren wij dat. Wij kochten er een nieuw mobiel opnameapparaat van dat wij de ‘boterlam recorder’ noemden en dat we heel lang tot volle tevredenheid hebben gebruikt.

Bejaarden

In het begin zijn we gaan kijken waar we als omroep terecht zouden kunnen in de Zaanstreek. Het eerste contact was met de ziekenhuizen. Bij het Sint Jan was het al snel duidelijk. Daar was een rector, een geestelijk verzorger, die op zaterdagavond altijd zelf plaatjes draaide en dat wilde blijven doen. Hij wilde ook niet dat we met andere radioprogramma’s in zijn ziekenhuis kwamen.

Vervolgens gingen we naar het Gemeentelijk ziekenhuis in de Frans Halsstraat. Daar kregen we te maken met meneer van Rossum, de administrateur. Hij stond best positief tegenover onze omroep, maar zei dat ons radiowerk niet meer mogelijk was in het huidige ziekenhuisgebouw, omdat dat sterk was verouderd. Wel beloofde hij ons zich hard te maken voor een plekje voor onze omroep in het nieuwe Juliana ziekenhuis, dat men toen aan het bouwen was in Zaandam.

Vandaar dat we ons na de oprichting in eerste instantie hebben gericht op de bejaardenhuizen en verpleeghuizen.. Onze eerste uitzending was op de 2e Paasdag 1965 in het verpleeghuis de Rozenboom. Nu ligt daar de nieuwe woonwijk Gouwpark. We draaiden via de omroepinstallatie van het verpleeghuis een bandprogramma af dat op alle zalen te horen was uit de speakerkastjes.

Daarna kwam het nabij gelegen bejaardencentrum Oostererf erbij en later volgden het Mennistenerf en de Hervormde Diaconie, nu Pennemes geheten. Weer later zijn er ook Zaanse bejaardencentra en verpleeghuizen bijgekomen van buiten Zaandam, zoals Parkzicht in Koog a.d. Zaan en de Noordse Balk in Wormerveer. In de bejaardencentra en verpleeghuizen zonden we ook verzoekplatenprogramma’s uit. Degenen die deze programma’s presenteerden gingen tevoren zelf de verzoekjes bij de luisteraars ophalen. Dan kwam je bijvoorbeeld in Oostererf en liep je naar de kamers van de bewoners en vroeg je hen welk lied of muziekstuk ze wilden horen. Soms maakte je leuke dingen mee. Zo zaten bij binnenkomst in een bewonerskamertje in Oostererf op een keer wat mannetjes te kaarten met een grote fles jenever op tafel. Die stopten ze snel weg toen ze ons hoorden omdat ze dachten dat het de directrice en een verzorgster waren.

Naast het verzoekplatenprogramma hadden we voor onze bejaarde luisteraars  een programma, dat wat breder van opzet was en “Kent U ze nog?” heette. Daarin besteedden we aandacht aan oude artiesten. Als die nog leefden, zoals Sylvain Poons, bezochten we hen voor een interview. Bij overleden artiesten als Lou Bandy en Willy Derby gingen we op zoek naar mensen die veel van hen wisten en lieten wij die over deze artiesten vertellen in onze uitzending. Voor de oude muziek hebben we hele zoektochten gedaan naar 78-toerenplaten. In “Kent U ze nog?” besteedden we ook aandacht aan actualiteiten die voor bejaarden interessant waren. We deden dus altijd wel wat meer dan alleen plaatjes draaien, zo organiseerden we ook gezellige bijeenkomsten met optredens van artiesten, spelletjes en kwisjes.

Die 78-toerenplaten moest je nog wel kunnen afdraaien.

Bij zo’n beginnende ziekenomroep krijg je ook jongens die techniek leuk vinden. Zij bouwden apparaatjes waarmee we 78-toerenplaten konden afspelen en opnemen. Bij onze technici had je zelfs knutselaars die voor oplossingen zorgden bij technische problemen en die studio’s mee hielpen bouwen.

Leen Schaap aan het knutselen

 Zieken

Alleen wij waren wel allemaal jonge lui. Vandaar dat we heel blij waren dat naderhand het Juliana ziekenhuis – later De Heel en ZMC genaamd – er voor ons bij kwam en uiteindelijk ook het Sint Jan/Johannes ziekenhuis. Toen dat het geval was konden we ook een beetje onze eigen muziek draaien en kregen we op programmagebied veel meer mogelijkheden. Maar het populairst bleef ons verzoekplatenprogramma. Ons actualiteitenprogramma Streek deze week werd eveneens goed beluisterd. En het leuke was dat iedereen daaraan meedeed. Zaanse politici kwamen gewoon naar onze studio in de kelder van het Johannes ziekenhuis om met elkaar van gedachten te wisselen. Dat kon er soms heftig aan toe gaan. En onze verslaggevers waren met hun mobiele opnameapparatuur aanwezig bij elke belangrijke gemeentelijke en andere Zaanse gebeurtenis. Zo kreeg je niet alleen interessante programma’s, maar ook bekendheid.

Iets wat je je nu niet meer kunt voorstellen is dat we voor de kinderafdeling dieren binnen haalden. Dat vonden ze prachtig; een geit, eend en wat klein vee. Onder begeleiding van de heer van der Sluis van de Kinderboerderij.

En dat zonden we dan weer live uit. De kinderen en ook het personeel genoten van het spektakel.

Sport

Heel populair was ook ons sportprogramma, met daarin onder andere rechtstreekse verslagen van Zaanse voetbalwedstrijden. Moet je voorstellen zaten onze sportverslaggevers, met hun microfoons en koptelefoons, bijvoorbeeld langs de lijn bij Zilvermeeuwen. Achter een tafeltje met daarop onze telefoonapparatuur, welke via een tevoren uitgerolde lange kabel was verbonden met de telefoonaansluiting van Zilvermeeuwen in de kantine.

Op deze foto zitten Anton Zandbergen en Rinus Lodder zo’n verslag te doen.

Aanvankelijk zonden we onze ziekenhuisprogramma’s uit vanuit een kleine studioruimte in de kelder van het Juliana ziekenhuis. Later kwamen deze vanuit ruime en goed geoutilleerde studio’s in het Johannes ziekenhuis.

Trouwens in de ziekenhuizen lieten we op hoogtijdagen ook Zaanse en andere artiesten optreden. In de tuin van het Juliana ziekenhuis organiseerden we zelfs een Zeskamp met ploegen van onder meer ziekenhuismedewerkers, Zaanse politici en sportlieden en bekende andere Zaankanters. We organiseerden een voetbaltoernooi tegen een artiestenelftal. De ziekenhuismedewerkers zorgden dan voor geblesseerde spelers. Er waren veel uitvallers, dus een hoop werk voor de medische ploeg. De sportverslaggevers zorgden natuurlijk voor het live verslag van de wedstrijd.

De Koningin

Toen koningin Juliana in de Zaanstreek op bezoek was hebben we haar de hele dag met een bandrecorder gevolgd en opnames gemaakt. We konden toen namelijk nog niet live uitzenden. Vandaar dat we regelmatig bandjes met gemaakte opnames naar onze studio brachten. Daar zat een ploeg medewerkers die onze opnames monteerde en overzette op twee grote geluidsbanden. Één van deze twee geluidsbanden werd ’s avonds afgedraaid in het Juliana ziekenhuis en de andere in het Johannes ziekenhuis. Dit deden we omdat beide ziekenhuizen toen nog niet met een radiolijn waren verbonden met elkaar.

We waren als ZZBO uitgekozen om ‘s middags in theater De Speeldoos aan de koningin te worden voorgesteld. Marc van Amstel, onze voorzitter, wandelde met de koningin mee. Piet Teeling en ik liepen met onze bandrecorder achter hen aan. Piet zei toen: ‘Jan, wij zitten al de hele dag te zeuren om een interviewtje met onze koningin, maar die RVD houdt de boot af. Ik ben dat zat, zet de bandrecorder maar aan’. Ik liet de bandrecorder lopen en Piet stapte met de microfoon op koningin Juliana af en stelde haar de vraag: “Majesteit u staat nu bij onze stand –  Ja, ja. heel interessant. Majesteit, mag ik u wat vragen? We zijn bezig met een uitzending voor de Zaanse ziekenhuizen en zou u iets persoonlijks willen zeggen tegen de patienten   daar. Oh ja!”  Toen de koningin klaar was met haar persoonlijke groet aan onze zieke luisteraars zag ik op de achtergrond iemand van de RVD naar voren komen. Ik zei tegen Piet geef mij snel je opnamebandje. Piet deed dat en legde er gauw een leeg bandje voor in de plaats op zijn recorder. Die RVD-vent was kwaad dat wij op de koningin waren afgestapt en wilde het bandje dat op de recorder lag hebben. Dat – lege – bandje hebben we toen uit de recorder gehaald en aan hem gegeven. En  ’s avonds klonk in de beide Zaanse ziekenhuizen de stem van koningin Juliana met de woorden “Ja ik wil graag alle patiënten  in het Johannesziekenhuis en alle patiënten in het Julianaziekenhuis van harte beterschap wensen.”  Dat hadden we toch maar mooi geflikt!

 

Archief

Jan heeft de plakboeken tevoorschijn gehaald.

Kijk dit is een boekje dat bij het 25-jarig jubileum is gemaakt en dat schetst eigenlijk de hele ontwikkeling van de ZZBO. Voor mijzelf was dat van 1965 tot 1990. In dat laatste jaar ben ik met nog wat anderen overgestapt naar de lokale omroep SOZ, of te wel de Stichting Omroep Zaanstad.

Je leest in dit boekje dat er ook met video nog wat is gedaan, maar dat is eigenlijk nooit echt goed van de grond gekomen. De oudere Zaankanters kennen onze omroep toch voornamelijk van de radio-uitzendingen.

We organiseerden indertijd ook ontspanningsavonden voor de Ducdalf, een vereniging die streefde naar een beter kontakt tussen  gehandicapte en niet-gehandicapte jongeren. We deden dat in de kantine van Simon de Wit. Zo kwamen de nog aan het begin van hun carriëre staande Elly Nieman en Martine Bijl daar voor een habbekrats zingen en was er een soort Top of flop. In de jury daarvan bekende Zaankanters, onder wie oud-voetballer Piet Kruiver, Typhoon-journalist Peter S. Kok en Beale Streetband-musicus Teun Doets.

De nog jonge Martine Bijl voor de ZZBO bij de Ducdalf.

In het totstandkomingsproces van een lokale omroep in Zaanstad hebben we als ZZBO een belangrijke rol gespeeld. Wethouder Jonker en Pieter Helsloot van het Ondersteuningsinstituut zaten in het bestuur van de Stichting Omroep Zaanstad, kortweg SOZ genaamd, dat zo’n omroep hier wilde.  Onder andere wij werden door hen uitgenodigd om te kijken wat je nodig had om tot zo’n omroep te komen. Eerder hadden we al meegedaan aan experimenten op het gebied van lokale radio in Zaanstad. En bij een gemeenteraadsverkiezing verzorgden we, samen met de SOZ, op de uitslagenavond een rechtstreekse radio-uitzending. Deze uitzending kwam vanuit het gemeentehuis en was in heel Zaanstad te beluisteren. Maar, we waren nog steeds een zieken- en bejaardenomroep.

Toen ik in 1990 wegging bij de ZZBO, werd ik nog tot ere-lid benoemd.

Inmiddels was de SOZ actief als lokale omroep en zond zij muziek- en Zaanse sport- en actualiteitenprogramma’s uit. Omdat de SOZ geen eigen studio had en over te weinig medewerkers beschikte, werden de sport- en actualiteitenprogramma’s – tegen betaling – gemaakt in de ZZBO-studio door ZZBO-medewerkers. De muziekprogramma’s werden vervaardigd door SOZ-programmaleider Chris Daemen, in zijn privé-studio bij hem thuis in Koog aan de Zaan.                                                                                    Jan Belier – erelid

Toen rees natuurlijk de vraag of je wel twee omroepen moest houden in Zaanstad of dat je er één club van moest maken.

Wim Huijsman was op dat moment zowel voorzitter van de ZZBO als van de S.O.Z.  Hij leidde een ZZBO-ledenvergadering, nog in het oude Julianaziekenhuis, en dacht dat het een hamerstuk zou worden om de twee omroepen samen te laten gaan. Maar er was een groep leden die er heel emotioneel in zat en fel gekant was tegen zo’n samengaan. Kortom, het ging niet door. Frappant was dat de mensen van het eerste uur allemaal voor de samenwerking stemden. Dit alles leidde er toe dat de ZZBO-medewerkers zich splitsten. Een deel bleef en een deel, vooral de actualiteiten- en sportmedewerkers, stapte over naar de SOZ, onder wie dus ook ik.

Een journalist van De Typhoon rook nieuws. Hij had gehoord dat de ZZBO-medewerkers van het eerste uur het totaal niet eens waren met deze beslissing. Er had eerder een stuk in zijn krant gestaan van de medewerkers die tegen het samengaan waren. Nu nodigde hij ons als voorstanders uit en daarom gingen we op een zondagmiddag naar het Typhoon-gebouw in de Westzijde, waar we hebben uitgelegd waarom wij voor waren. Twee studio’s is te gek, die moeten beide van gemeenschapsgeld gefinancierd worden. Wij wilden één omroeporganisatie met één studio en met een afdeling Ziekenomroep en een afdeling Lokale omroep, die elkaar kunnen versterken. Nou dat wilden ze niet.

Het gevolg was dat alle sport- en actualiteitenprogramma’s van de ZZBO en de medewerkers daarvan overgingen naar de SOZ, het latere Zaanradio. De SOZ, die aanvankelijk een opnameruimte had in het woonhuis van  Chris Daemen, verzorgde haar uitzendingen vanuit een ruime en goed geoutilleerde studio in buurthuis De Bovenkruier in de Zaandamse wijk ’t Kalf.  Chris was daar dus programmaleider en ik de 2e man met name voor de informatieve programma’s.

Toen de ZZBO jaren later een reünie hield in ziekenhuis De Heel en we een kijkje in de ZZBO-studio namen, zagen we daar tot onze verbazing dat ze nog steeds plaatjes draaiden zoals wij dat indertijd in de beginfase deden. En dat terwijl de ligduur van de patiënten aanzienlijk was verkort en het aanbod van professionele radio/tv inmiddels enorm was verbeterd.  Je moet als organisatie toch nadenken over wat op welk moment je functie nog is en wat voor soort programma’s je dan wel of niet moet aanbieden. Bij de ZZBO had men dat helaas niet gedaan. Ook de opkomst van internet maakte de traditionele ziekenomroep eigenlijk overbodig.

Illustraties: archief ZZBO, Gemeentearchief Zaanstad, Historie Zaanse Ziekenhuizen