HET DORPJE DAT ER NIET KWAM

door Ruud Meijns

Ik las in de krant dat er woningen komen op het Hembrugterrein. Dat hadden ze in 1895 ook graag gehoord toen de plannen voor de verhuizing van de Artillerie inrichting van Delft naar Zaandam werd aangekondigd. Maar in Zaandam  was geen enkele activiteit wat betreft woningbouw te bespeuren.

Het Noordzeekanaal met de artillerie inrichting 1910

‘Reeds meermalen hebben wij melding gemaakt van het nieuwe dorpje, dat door de verplaatsing van een deel der artillerie-inrichtingen nabij de Hembrug zal moeten ontstaan’.

Dat was de krant van november 1895 die vooruit liep op de overplaatsing van 200 werknemers naar Zaandam. Maar de krant moest ook constateren dat ‘geen bouwvereniging heeft nog de hand aan het werk geslagen, geen ondernemend particulier heeft een terrein gekocht om nette arbeidershuisjes neer te zetten. Maar er dient spoedig gehandeld te worden. De hand aan de ploeg dus’.

Zaandam had rond 1900 27.000 inwoners. 

De eerste woningbouwvereniging, Goed Wonen, kwam pas op januari 1913 ter wereld.  Van echte geplande woningbouw door de overheid was geen sprake en nu kwam in één keer 200 man, met gezinnen over met de fabriek.

Het bedrijf Artillerie-Inrichtingen in Delft had geen ruimte meer om uit te breiden en bij het zoeken naar een oplossing zocht men naar een terrein dat binnen de Stelling van Amsterdam[1] lag. Dat terrein vond men binnen de gemeente Zaandam, in de Zaandammer polder bij de Hem aan het Noordzeekanaal dat in 1876 geopend was. Genoeg ruimte en aan een waterweg, ideaal. 

Het nog dorpse Zaandam in 1900

De verhuizing zou in fasen plaats vinden. In 1899 verhuisde de A.I. officieel naar Zaandam. Tussen 1895 en 1899 werden delen onder de naam van munitiefabriek op het Hemveld gevestigd. Het probleem van de huisvesting van het personeel werd naar buiten gebracht door redacteur F. Wierdels van dagblad De Tijd. In een artikel begin 1895 sprak hij van een aantal van 800 a 1000 personen, officieren, burger-ambtenaren en werklieden die overgeplaatst zullen worden. Men kan dus rekenen, aldus Wierdels op een bevolkingstoename van rond de 3000 personen.

Dhr. Wierdels schets een dorpje met woningen, 2 à 3 scholen, winkels, huisartsen etc. Het personeel zal niet in een keer over komen dus is het raadzaam om nu met de planning te beginnen. ‘Nooit heeft hier te lande schooner gelegenheid bestaan, om onze architecten gelegenheid te geven te toonen wat zij kunnen. En vooral hier behoeft niet alles wat schoon is, juist daarom veel geld te kosten’.

Er had zich al een consortium gemeld om grond te kopen, maar de woordvoerder liet enige tijd later aan B&W van Zaandam weten dat door ‘tegenwerking van zekere zijde’, het bouwen van woningen bij de Hembrug niet tot stand komt.

De Zaanlandsche Courant bespreekt in een uitvoerig artikel de mogelijkheid dat de werknemers uit Delft zelf een vereniging stichten die zich gaat inzetten voor het bouwen van huizen. Conclusie:

Ten eerste         – alle belanghebbenden samen bundelen

Ten tweede       – het vormen van een comité uit werklieden

Ten derde           – het vormen van een comité van mannen met invloed

Ten vierde          – onderhandelingen met het ministerie van Oorlog over afstand van terrein

Ten vijfde en zesde              – het bijeenbrengen van geld en het vormen van een vereniging en

Ten zevende     – het bouwen

Dan kan voor 1 mei 1896, voor de verplaatsing van de fabriek, alles gereed zijn.

Delft

In Delft wordt op 29 november een vergadering bijeen geroepen waar deskundigen als spreker zullen optreden en inlichtingen kunnen verschaffen. Burgemeester Tienen van Zaandam had helaas  afbericht moeten geven. 

De smederij in Delft

De organisatie is in handen van de besturen van de werknemersverenigingen van de R.K. Volksbond en Patrimonium afdelingen Delft.  Tijdens de bijeenkomst wees dhr. Wierdels op het nut van het stichten van een vereniging en vertelde dhr. Dekker uit Haarlem over de daar bestaande coöperatieve bouwvereniging. Het lid van de Tweede Kamer dhr. Heldt deelde mee dat het ministerie van oorlog bereid was gronden tegen voordelige voorwaarden uit te geven. Het zou gaan om een terrein dichtbij de Hembrug en de grond ‘is zo vast dat men niet hoefde te heien’.

Er zouden zich reeds vele bouwlustigen met plannen hebben gemeld en daarop tekenden een 100-tal aanwezigen in voor de oprichting van een vereniging. Een deel van de aanwezigen gaf er toch de voorkeur aan dichter bij de stad Zaandam te willen wonen, vooral met het oog op de kinderen en de behoefte aan kerk en scholen. De naam van de vereniging is vastgelegd als ‘Zaanlandsche Coöperatieve Bouwvereniging Ons Tehuis.

Begin 1896 kan dagblad De Tijd melden dat er een grondplan is gemaakt voor een stadje van 350 huizen. Alles zal afhangen van wat de werklieden van de coöperatieve vereniging beslissen.  In een bijeenkomst in Delft waar naast werknemersverenigingen, leden van de Tweede Kamer en architect Kuipers uit Amsterdam deel namen blijkt dat de minister meer grond voor de fabriek wil vrijhouden en minder voor woningbouw. Bovendien bleken meningsverschillen te zijn ontstaan tussen wat de adviseurs hadden voorgesteld en wat afgevaardigden van de werknemers hadden besloten. Resultaat was dat leden van de Tweede Kamer en de afgevaardigden van de bonden zich terugtrokken.

Na heel veel overleg hebben uiteindelijk 225 rijks werklieden uit Delft zich verbonden om  samen woningen te bouwen tussen Zaandam en Hembrug. Bij de minister is een verzoek ingediend om tegen een matige prijs af te staan.

In september wordt bij het gemeentebestuur een stratenplan ingediend voor de bebouwing van de rijksgrond aan de Hembrug. Het gaat om 256 werkmanswoningen voor de Coöperatieve bouwvereniging ‘Wilhelmina’ uit Zaandam (!). Uitvoerders zijn de heren G. van der Steur, ingenieur en Tj. Kuipers, architect. Er wordt nog wel in de gemeenteraad over gesproken maar wethouder Zwaardemaker benadrukte dat het hier alleen ging om het vaststellen van het stratenplan volgens de Alg. Pol. Verordening.

In een berichtje wordt gemeld dat de bevolking van Delft met 772 zielen in 1899 was verminderd. Deze vermindering is een gevolg van de overplaatsing van de Rijkswerklieden naar de Hembrug, vermeldt het bericht.

In oktober 1896, als steeds meer werklieden, voorlopig zonder hun gezin, uit Delft naar Zaandam komen worden aan de Hembrug troepenloodsen gebouwd. Een woordvoerder meldt, ‘Het spreekt vanzelf, dat ook Zaandam niet in die grootte woningbehoefte terstond kan voorzien’. In maart 1897 gaat de pyrotechnische fabriek van start. Voor de 90 werklieden die zijn aangekomen zijn geen woningen. Van alle plannen is niets terecht gekomen.

Op dit kaartje, 1905, is het begin van de Artillerie Inrichting te zien.

In de omtrek is geen enkele betaalbare woning te vinden en dus zullen vele werkers hun intrek moeten nemen bij ingezetenen van Zaandam en/of Amsterdam, inwonen dus.

Er komen nog wel regelmatig berichten van investeerders of van de bouwvereniging ‘Wilhelmina’ dat er nu geld beschikbaar is gesteld maar woningen en het beoogde dorpje komen er niet. 

En dan in december 1925 is  verplaatsing van de Rijks-constructiewerkplaatsen van Delft naar de Hembrug voltooid en de laatste werklieden worden overgeplaatst. In Delft blijven lege gebouwen achter. 

Veel medewerkers zijn binnen de bestaande woningvoorraad van Zaandam opgevangen en bij latere uitbreidingen/nieuwbouw hebben ze ook een plek gekregen. Bijzonder is wel de Delftse Rij aan de Havenstraat.  Een rijtje woningen, gebouwd in 1929 voor medewerkers in een hogere loonschaal die vanuit Rijswijk (Delft) naar Zaandam waren verhuisd.

 

Bron: Gemeentearchief Zaanstad, Delpher, website Artillerie Inrichting Hembrug, Hembrugterrein Zaanstad – cultuurhistorisch analyse.

 

Bezoek de site van Artillerie Inrichting Hembrug. https://artillerieinrichtingenhembrug.wordpress.com/

 

 

 

[1] De Stelling van Amsterdam was een verdedigingslinie, gelegen op 15 tot 20 kilometer rond het centrum van de stad Amsterdam (wikipedia)