Jan Kat (1872 – 1916)

door Ruud Meijns

Van mevrouw A.M. Ligteringen – Kat ontving de vereniging Historisch Zaandam haar boek over Jan Kat, haar grootvader. Kat was bootwerker, bestuurder van de bootwerkersvereniging “Eensgezindheid” en lid van de gemeenteraad. Dit alles vond plaats in het begin van de 20e eeuw. Het schetst de strijd die de bootwerkers moesten voeren voor een eerlijke beloning, voor een 10-urige werkdag. En dat in een tijd dat het voor werkgevers niet ongewoon was om werkers die naar verbetering zochten gewoon op straat te zetten.

Als bootwerker wist hij zich door inzicht en talent een belangrijke plek te verwerven binnen ‘Eensgezindheid’. Hij vertegenwoordigde de Bootwerkersvereniging in het land en werd gevraagd in menige commissie. Hij was zich bewust van zijn beperking in opleiding en opvoeding zoals hij later ook wel liet blijken, maar hij wist zich een plek te veroveren waarin hij voor het belang van de arbeiders kon opkomen.

Jan Kat maakte de grote spoorwegstaking van 1903 mee waarbij hij als onderhandelaar met de werkgevers spreekt. De staking van bootwerkers bij Pont waar door de werkgevers en overheid een spel gespeeld wordt met uitsluiten, onderhandelen, arbitrage totdat er toch ontslagen vallen. Vanaf dat moment gaat het fout. Er wordt gesuggereerd dat Kat misschien wel omgekocht zou zijn door de werkgevers en dat daardoor de staking mislukt. En de werkgevers zijn niet blij met Kat omdat ze dachten een iemand te hebben die ook aan hun belangen dacht. Vanwege alle laster treedt Kat af als secretaris van Eensgezindheid.

Het is geen makkelijk boek. Dat komt deels doordat er, zeker in het begin, heen en weer gesprongen wordt in tijd zodat ik soms het spoor bijster was waar het nu weer over ging. Het komt ook omdat er veel geciteerd wordt uit stukken en redevoeringen uit de tijd tussen 1900 en 1910 in welke tijd men de gewoonte had zeer breedsprakerig te zijn wat de leesbaarheid voor mij niet bevorderde.

Jan Kat is een tragisch figuur. Hij heeft één hele domme fout gemaakt door de kandidatuur van de Vrijzinnig Democraten (Liberaal) te aanvaarden voor een zetel in de gemeenteraad. Hij was voorgedragen door ongeorganiseerde bootwerkers en ging daarmee de strijd aan met een ouwe makker van hem; Klaas Prins, kandidaat van de SDAP. Maar bovendien riep hij met deze kandidatuur de eeuwige vijandschap op van J.E.W. Duijs. Duijs is een begenadigd spreker, hij is redacteur van ‘De Voorpost’ het blad van SDAP en in die tijd ook raadslid voor die partij. Kat kan geen goed meer doen, alles wordt door Duijs tegen hem gebruikt. Tijdens een raadsvergadering zegt Kat zelf hierover, ’Maar tegen Duijs kan ik niet op. Ik zeg het precies zooals bij het pandoeren: dat gaat mij te hoog. Ik kan daar niet bij! Daar kan ik niet tegen op!’.

Het boek behandelt een periode in de Zaanse geschiedenis waarin de kiem werd gelegd van de dominantie van de SDAP en later de PvdA waarbij Jan Duijs een belangrijke rol zou spelen. In de kwestie Jan Kat laat Duijs zien wat de kracht van het woord kan zijn.  Zijn woorden hadden soms een overrompelende kracht waar weinigen een antwoord op wisten te vinden. Wat moet je met iemand die soms uren nodig heeft om zijn punt te maken. De ironie is dat Jan Duijs zowel als Klaas Prins zich in latere jaren tot het fascisme bekeerden.

Misschien was hij al ziek maar deze voortdurende vijandschap heeft hem de das om gedaan. De laatste vier jaar van zijn leven brengt hij door In Duin & Bosch in Castricum. Bij zijn begrafenis in januari 1916 werd door leden van de bootwerkersvereniging ‘Eensgezindheid’ aan Jan Kat de laatste eer  bewezen. Hij was niet vergeten.

 

Jan Kat (1872-1916)

Bootwerker, bestuurder van de Zaandamse Scheeps- en Bootwerkersvereniging “Eensgezindheid” en lid van de Zaandamse gemeenteraad.

Auteur: A.M. Kat, 2024

 

* Wie meer weet over de periode van de bootwerkersvereniging of foto’s heeft uit deze periode mag met ons contact opnemen. We zijn, net als de schrijfster van het boek, zeer geïnteresseerd.