Mevrouw J.E. Spronk – Coerse

De eerste vrouw in de gemeenteraad van Zaandam

door Ruud Meijns

Op een foto van een 1 mei viering op de Burcht stond een hele rij mannen met 1 vrouw ertussen. Wie was deze dame? In het krantenverslag stonden gelukkig de namen en het bleek mevrouw J.E. Spronk–Coerse te zijn. De eerste vrouw in de gemeenteraad van Zaandam. Waarom had ik nooit van haar gehoord en waarom had ze geen straat naar zich vernoemd gekregen. Dat moest uitgezocht worden.

Proletarische vrouw

Uit gegevens van het gemeentearchief blijkt dat mevrouw Spronk-Coerse op 9 januari 1875 in Amsterdam werd geboren en zich, samen met haar man A.N. Spronk (16.05.1870) in Zaandam vestigde op 2 december 1899. Ze waren op 3 november 1897 in Amsterdam getrouwd.

In 1917 verschijnt het blad de Proletarische Vrouw met achterin een lijst van adressen waar men zich kan opgeven als clublid of abonnee. Voor Zaandam staat: Mevr. J.E. Spronk–Coerse, Skagerak 16. Dat is de eerste mededeling die ik van mevrouw Spronk–Coerse heb kunnen vinden. Dat haar interesse verder gaat blijkt als ze door de S.D.A.P. in mei 1919 kandidaat gesteld wordt in District 1[1] samen met J.E.W. Duijs, K. Prins, D. Donia, S. Kuit, G. Emmer, J. Borsjes, A.G. Verbeek en J.C. Jacobs.

[1] Zaandam was bij de verkiezingen van 1919 in drie districten verdeeld.

Omdat Jan Duijs in alle drie districten werd gekozen werden in de andere districten mevr. Spronk–Coerse en J. Borsjes benoemd. Daarmee doet de eerste vrouw haar intrede in de gemeenteraad van Zaandam.

In de vergadering van 2 september 1919 werden alle nieuw gekozen leden van de raad beëdigd. Burgemeester Ter Laan had een speciaal woord voor mevrouw Spronk – Coerse ‘Wacht de heeren een moeilijke taak, omdat de gevolgen van den oorlog nog steeds hun invloed laten gelden, mevr. Spronk-Coerse heeft een dubbel dankbare taak omdat zij is de woordvoerster der vrouwen, wier belangen zelfs in dezen Raad niet steeds zijn behartigd als overeenkomt met de geest van den tijd’.

Tijdens dezelfde vergadering werden ook de plaatsen in de diverse raadcommissies verdeeld. Voor mevrouw Spronk-Coerse werden dat de commissies voor Financiën, Levensmiddelen, Drankwet, Sociale Aangelegenheden.

Begin 1920 verzoekt mevr. Spronk-Coerse wat meer spoed te zetten achter de vakschool voor meisjes. Omdat voor een stenen gebouw de prijzen nog te hoog zijn, wordt voorlopig met 2 klassen begonnen in het gebouw van de voormalige Centrale Keuken. Mevrouw wil de raad ook nog een keer herinneren aan een adres inzake een gemeentelijke wasinrichting die de huisvrouw zou kunnen ontlasten. Dhr. Duijs merkt op dat de financiële positie van de gemeente dit voorlopig niet toelaat en dat de komst van de melkcentrale urgenter is en daarvoor zijn de plannen al gereed.

In dezelfde vergadering wordt een voorstel behandeld voor een subsidie aan Mij. Tot het Nut van ’t Algemeen voor een bijdrage in de kosten voor de bewaarschool. Mevr. Spronk-Coerse vraagt zich af als de gemeente toch al geld verstrekt waarom het dan geen gemeentelijke bewaarschool kan worden want volgend jaar moet er weer subsidie worden verstrekt. Voorzitter Ter Laan antwoordt dat een bewaarschool een zegen is en hoopt volgend jaar plannen te kunnen presenteren voor een gemeentelijke school.

1 Mei 1924, start van de 1 mei optocht op de Burcht. Links L. Klokkemeyer, D. Donia, wethouder *Klaas Prins, J..C. Jacobs (oprichter Z.V.H. woningbouw-vereniging), A. N. v. d. Berg (bestuurslid Z.B.B.), R. Plooijer (vakbondsbestuurder Transportautobond, later raadslid en wethouder), J. Melk (met vlinderdasje) en iets achter de vakbondsbestuurder A. de Vries (werd voorzitter VARA) Joh. Beerepoot, vooraan W. v. d. Worp, J.J. van Doorn, mevrouw Spronk-Coerse.

In 1923 is er even sprake van dat mevr. Spronk-Coerse niet zou terugkeren in de raad vanwege gezondheidsproblemen van haar echtgenoot. Bij de besprekingen voor de begroting van 1925 komt mevrouw in touw voor een gemeentelijke bewaarschool. De discussie draait ook deze keer weer om de financiën die voor deze gemeente niet te dragen zouden zijn. Haar voorstel wordt met 9 tegen 11 verworpen.

Het 1927 en mevrouw Spronk-Coerse dient een voorstel in om scholen boeken die oorlogsdaden verheerlijken in te ruilen voor boeken die de vredesgedacht naar voren brengen. B&W wijzen in hun advies bij de motie dat het niet de taak is zich met leerplannen te bemoeien, maar ze staan sympathiek tegenover de gedachte en zullen er alles aan doen om de verheerlijking van oorlog tegen te gaan.

In hetzelfde jaar zet ze zich in voor de schooltuinen wanneer de vereniging ‘Floralia’ het college vraagt om een stuk grond met schuur en een subsidie om schoolwerktuinen mogelijk te maken. Mevrouw Spronk-Coerse merkt op dat dit vorig jaar ook al werd gevraagd en niet is toegekend. Kan er dit jaar op gerekend worden? Wethouder Mever kan melden dat het in voorbreiding is genomen.

In de raadsvergadering 26 september 1929 komt het voorstel ter tafel voor de oprichting van een school voor Voorbereidend Onderwijs (Kleuterschool-rm) . Bezwaren van de tegenstanders zijn dat a. de gemeente er de financiën niet voor heeft en b. dat het overgelaten dient te worden aan het particulier initiatief. Mevr. Spronk-Coerse verheugt zich over de indiening van de voordracht, want het is toch te mal dat er in deze gemeente van 31.000 zielen geen gemeentebewaarschool bestaat. Spreker zal het toejuichen als ook in andere delen der gemeente dergelijke scholen gesticht worden.

En jawel, op 4 oktober 1930 wordt aan de Prof. Struyckenstraat de eerste gemeentelijke bewaarschool geopend. Mevr. Spronk-Coerse is één van de genodigden. Net als de vakschool voor meisjes die begonnen was in de voormalige Centrale Keuken in 1937 een eigen gebouw aan de Czarinastraat kreeg. Mevr. Spronk-Coerse is daarbij uitgenodigd als oud-gemeenteraadslid. Ze vervult nog wel een taak als lid van de commissie van toezicht voor het nijverheidsonderwijs waarvoor ze eind 1938 opnieuw benoemd wordt.

Op 21 december 1943 overlijdt mevrouw Spronk-Coerse in de leeftijd van acht en zestig jaar. Het was bij intimi bekend dat zij hartklachten had.  Het overlijden wordt bekend gemaakt namens de kinderen en een kleinkind. De begrafenis was op 24 december van dat jaar op de algemene begraafplaats aan de Zuiddijk.

In twee kranten wordt aan haar overlijden aandacht geschonken. In de gemeenteraad, zo memoreert de krant kwam ze steeds op voor haar sexe-genoten. Voor hen heeft ze baanbrekend werkt verricht ingeval van de vakschool voor meisjes en ook bij de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst. Ook in haar partij, de voormalige S.D.A.P. naam zij ook een bijzondere plaats in vooral ten aanzien van de Vrouwenbeweging.

Foto’s: gemeentearchief Zaanstad