Ootje Driehoed

door Ruud Meijns

De vrouw in de traditionele kledij is Ootje Driehoed heb ik uit goede bron vernomen. Ik neem zomaar aan dat het een bijnaam is vanwege haar hoedjes maar het kan net zo goed een familienaam zijn. Volgens mij staan zij en haar begeleidster op het bruggetje dat van ’t Ventje over de Vaart richting de Provincialeweg liep.

Ootje was een koosnaam voor grootmoeder, afgeleid van grootje. Er bestaat ook een oud versje dat gaat:

“ Waar heb je zoo lang weest?”

“Bij Ootje.”

“Wat heb je daar edaan?”

“Kindje wiegd”

“Wat heb-je d’r voor krege?”

“Stuk kees en brood mit ’n gulde.”

Bij een veiling in Oostzaan (1882) zag ik het volgende: ‘Een best stuk weiland genaamd “het Ootjesstuk”, gelegen op het Zuideinde’. En in dezelfde veiling nog een best stuk weiland genaamd: “het noorder stuk van Ootje”.  Ook in Zaandam werd geveild aan de Oostzijde, ‘aan- en benoorden de Zuidervaldeursloot twee stukken weiland genaamd: “de Vrijheid” en “Ootje Dol”.

En dit is allemaal waar, ik neem jullie niet in het Ootje.