Waarom de weduwe moest verdwijnen?
De weduwe moest verdwijnen omdat ze in de weg stond van de vooruitgang. Het ging natuurlijk niet om de persoon, maar om het bedrijf van Wed. B. Ros die een stalhouderij op de Zuiddijk dreef. Met de groeiende stad en de toename van het verkeer bleek de verbinding naar het oostelijk deel van Zaandam, via de Noorder- en Zuiderkerkstraat te krap. Er moest een oplossing worden gevonden.
Het verkeer dat vanaf de Wilhelminabrug en van de Zuiddijk naar de Oostzijde wilde, liep vast in de nauwe bocht in de Klauwershoek. Met een handkar, paard en wagen of een kleine personenauto was dat tot de jaren twintig wel te doen. Het moderne verkeer vereiste een grotere doorgang richting Oostzijde, de vraag was waar moest die doorgang komen?
Auto van rond 1920
De krapte in de Klauwershoek had tot gevolg dat er nogal wat aanrijdingen plaats vonden tussen voetgangers, rijwielen en auto’s. De Klauwershoek was er niet op berekend om auto’s die steeds breder en krachtiger werden door te laten.
Al in 1915 bespreekt men in de gemeenteraad de toestand in de Klauwershoek. Opmerkelijk is dat men niet verder kwam met dit probleem omdat men ‘de richting van de nieuwe straat, ter verbinding van het centrum van de stad met de Oostzijde, te laten afhangen van de behoefte van de tram.’ Men had het blijkbaar plan om een tram aan te leggen in Zaandam en wachtte nog even met het nemen van een besluit.
Ook van buiten drong men aan op haast maken met die te krappe Klauwershoek. Zelfs de Koninklijke Automobiel Club te ’s Gravenhage deed letterlijk een duit in het zakje door tweehonderd en vijftig gulden toe te zeggen in de kosten voor verbreding van de Klauwershoek.
In nov. 1921 stelde mevr. Spronk-Coerse in de gemeenteraad voor om verkeersagenten te plaatsen in de Klauwershoek. De burgemeester wees op de financiële gevolgen en liet het liever aan de commissaris over om te beslissen waar zijn mensen in te zetten.
Maar de krapte van het straatje bleef slachtoffers eisen. Weer is het pand van dhr. Vet in de Klauwershoek geraakt, weer door een auto. Al vele keren was dit het geval; een wielrijdster viel al eens door de winkelruit, weggeduwd door een auto, auto’s raakten de pui in dit krappe gedeelte. Weer een aanrijding, ditmaal tussen een auto en een slagersjongen op een transportfiets. Een oude vrouw van het Fransepad werd in de Klauwershoek door een auto aangereden zodanig ‘dat zij schreeuwende van pijn in een winkel moest binnengebracht worden’. Overbrenging naar het ziekenhuis werd niet nodig geacht door de hulpverlenende broeder.
Ene ‘Czaar Peter’ schrijft op 20 oktober 1923 in een ingezonden brief in de krant: Als ik het over menschenmoordenaars heb, dan heb ik het over de tallooze auto’s, die onze gemeente doorkruisen, die maken dat een menschenleven geen ogenblik veilig meer is. Niet dat ik tegen het moderne vervoermiddel ben, maar wel dat het wordt toegelaten op daarvoor totaal ongeschikte wegen, als de toegang tot de Oostzijde via de Zuiderkerkstraat den Klauwershoek in. Het is al erg genoeg, dat deze hoofdverkeersweg, noemt men hem, geloof ik, niet breeder is dan een paar meter. De auto toetert en heeft daarmede zijn plicht gedaan, aan de burgers de taak te maken dat zij wegkomen.’
Het besluit viel dat de stalhouderij van wed. B. Ros hiervoor zou worden opgeofferd; daar moest de doorgang komen, langs de begraafplaats en aansluiten op de Klaas Katerstraat. Gronden werd aangekocht en toen het besluit eenmaal was gevallen kon er gewerkt worden.
In de raadsvergadering van 17 nov. 1924 stelt B&W de raad voor om de straat die Oostzijde en Klaas Katerstraat verbindt, te noemen: A.F. de Savornin Lohmanstraat[1] .
In februari 1925 meldt de krant:
‘Wanneer het werk waaraan men nu bezig is, de verbreeding van de Klaas Katerstraat langs de oude begraafplaats, voltooid zal zijn, zal dit voor de Oostzijde een groote verbetering blijken. Het plan is het verkeer uit de richting Zuiderkerkstraat door de Klaas Kater- en de Savornin Lohmanstraat te leiden’.
De agent wijst al in de richting waar de nieuwe doorgang moet komen. Waar op de foto nog de stalhouderij van de weduwe Ros staat zal de entree naar de A.F. de Savornin Lohmanstraat komen.
De nieuwe doorgang van de Zuiddijk naar de Klaas Katerstraat; de A.F. de Savornin Lohmanstraat.
[1] Alexander de Savornin Lohman (1837–1924), Nederlands christelijk-historisch voorman en Minister van Binnenlandse Zaken