De laatste loodjes.
door Dick Bakker
1943/1944. Gebrek aan alles. Schoenen waren er niet meer, klompen schaars. Gebroken klompen werden met metalen bandjes aan elkaar gezet. Stukken oude fietsband als zool. Fietsen reden op houten banden en op de velgen. Op school ontbrak ook van alles, geen pennen, geen inkt, geen schriften en soms zelfs geen onderwijzer. Ondergedoken of op voedseltocht. Verwarming al helemaal niet. De school werd vaak gesloten bij strenge kou. Wel kwamen er Duitse regels. Wanneer de hoofdmeester of schoolinspecteur binnenkwam moesten we uit de bank springen en in de houding naast de bank gaan staan. Steeds meer ging het gerucht dat de oorlog gauw afgelopen zou zijn en toen we er niet meer in geloofden was het ineens zo.
De bevrijding.
Denkend aan de bevrijding, dan komt toch het eerste naar boven het beeld van dat grote, hoge witbrood op tafel en het botervlootje met roomboter op tafel. Wij er watertandend omheen. En dan kreeg je zo een snee met boter op je bord. Gesneden in dobbelsteentjes om er zo lang mogelijk van te genieten. Wat smaakte dat lekker. Bij de geur van vers brood komt dat beeld altijd boven. Dat heb je toch met geuren. Mijn vader werkte bij Bruynzeel op de houtwerf. Duizenden planken moeten door zijn handen gegaan zijn bij het stapelen voor de droogkamers. De lucht van dat hout trok in zijn manchester werkpak en nam hij mee naar huis. Wanneer we nu in Sauerland langs een houtzagerij rijden ruik je dat ook en komt mijn vader in gedachten. De geuren van de Zaanstreek als cacao, verf en de linoleum vergeet je ook niet.

Dam, mei 1945. Broodkarren staan klaar om het Zweeds wittebrood te laden en te bezorgen. De klompen van de bakker rechts worden met een stalen bandje bijeen gehouden. Foto: Jan Woudt, Koog aan de Zaan.
Van de bevrijding zelf heb ik niet veel meegekregen. Ik weet nog van een feestelijke aankomst van geallieerde militairen en was getuige van het kaalknippen van een jonge vrouw door een opgewonden groep mensen. Zij had omgang gehad met Duitse soldaten en een waar volksgericht nam nu wraak. Voor een kind was het gevolg van de bevrijding pas echt leuk toen de straat werd versierd door de vers opgerichte buurtvereniging. Rood, wit, blauw geverfde vensterbanken en lantaarnpalen. Er werden allerlei spelen georganiseerd als zaklopen, hinkelen, hoepelen, koekhappen en meer van dat soort behendigheid spelletjes. De volwassenen keken lachend toe en ‘s-avonds werd er gedanst. Een heugelijke gebeurtenis was de terugkeer uit Duitsland van slager Vet zijn zoon Wim. Die was daar tewerkgesteld. Die buurtverenigingen en de daarbij behorende saamhorigheid hebben maar een paar jaar standgehouden. Zo zijn we nog een keer met alle kinderen van onze straat naar Velserend geweest. Allemaal achter in de verhuiswagen van buurman Nijboer. Ben ik toch wagenziek geweest. En toen keerde de verdeeldheid van voor de oorlog terug. De christelijken, de katholieken, de communisten en de SDAP’ers met hun bijbehorende politieke partijen, vakverenigingen en kranten. Einde van de buurtkaartclub en dansavondjes.
Aubade
Voor de kinderen was het wel weer wennen aan de regelmaat van elke dag weer naar school gaan. Er kwamen boomplantdagen en wij mochten een jong boompje planten. En we moesten zingen. Ieder kreeg een geel tekstboekje met het Wilhelmus, Merck toch hoe sterk,
Wie Neerlands bloed door aderen vloeit, Er was een oorlogsschip, waar de blanke top der duinen, Bergen op Zoom, houdt u vroom en Hoort zeg het voort. Wie Hitler heeft vermoord zongen we.
Meerdere malen moesten de vijfde en zesde klassen van alle scholen naar de Verkadefabriek om te oefenen voor de aubade bij het stadhuis. Meester Klaver van de Kattegat school stond zich in het zweet te dirigeren, staande op een koekkist. Na afloop kregen we een flink stuk kantkoek.
Wilhelminastraat, aubade voor het stadhuis, Koninginnedag 1965
Er kwam ook een gezamenlijk schoolreisje naar Rotterdam. We gingen ook de Maastunnel door wandelen in een heel lange rij. Een klas begon met het Er is een potje met vet te zingen en dat werd overgenomen door de anderen. Enkele leerkrachten vonden dat niet representatief en riepen dat we iets uit de bundel moesten zingen. Ze renden langs de rij maar zo gauw ze voorbij waren schalde het potje vet weer door de tunnel en dat weerkaatste zo mooi. We hebben het 50e couplet wel gehaald.
Foto’s: J. Woudt, Koog aan de Zaan en Gemeentearchief Zaanstad