Herdenken

Afgelopen 4 mei werd aan het kapelaan Gerrit Grootstraat het Zaanse verzet herdacht bij het torentje van het voormalige St. Jan ziekenhuis. Op de zuil van dit torentje is een plaquette aangebracht die de Zaanse verzetsstrijders herdenkt.

Zaandammers zullen op deze plek onmiddellijk denken aan de belangrijke rol die de medewerkers van het St. Jan ziekenhuis, zoals zuster Theresi en dr. Immink, achter de schermen hebben gespeeld.

Ik wil de lezer ook attent maken op het artikel van Erik Schaap in het derde magazine van Historisch Zaandam met de titel ‘Tegenpolen in oorlogstijd’ over de rol die beide Zaandamse ziekenhuizen in de periode 1940-1945 hebben gespeeld.

 

Medische verzorging van het verzet

Direct na de capitulatie vroeg de leiding van het St. Jan ziekenhuis aan het verantwoordelijk personeel om zich correct te gedragen, zodoende tijd te winnen en te kunnen overwegen hoe men in bepaalde gevallen hoorde te reageren.

Al spoedig diende zich een drietal Duitse officieren aan, waarvan er eentje was gekleed in een zwart tenue met doodskoppen. Ze kwamen om een gedeelte van het ziekenhuis te vorderen: de polikliniek, de röntgenkamer en de ‘zonnekamer’. Bovendien wensten de Duitsers ook een onderkomen voor een telefooncentrale, hetgeen zou kunnen duiden op een langdurige vordering.

Zuster Theresi de Lucht, die de administratieve en huishoudelijke leiding had, stond de mannen te woord en wees hen uit het raam op een apart huisje dat best als telefooncentrale zou kunnen  dienen.

Zij ging de militairen voor en liep het (lijken)huisje binnen. Ze toonde en prees de ruimte, maar ging voorbij aan de aanwezigheid van twee lijken die kort daarvoor waren neergezet. De schichtige blikken van de officieren gingen steeds naar de opgebaarden. Op de vraag waar beide mensen aan gestorven waren, deelde zuster Theresi laconiek mee dat de een aan TBC en de ander aan typhus was overleden. De drie officieren kregen toen haast en verdwenen met de mededeling dat de St. Jan nog wel van ze zou horen. Dat is nooit gebeurd.  

Zr. Theresi de Lucht met haar vader

Er waren regelmatig ‘geheimzinnige’ patiënten, maar de zusters wisten nooit namen noch  achtergronden. Er was een zeer gedisciplineerde samenwerking die uitsloot dat iedereen zo maar kon vertellen wat er aan de hand was. In het algemeen waren alleen dokter Immink, de geneesheerdirecteur, en zuster Theresi de woordvoerders.

Er was een zaaltje waar gedurende een groot deel van de oorlog twee joodse onderduikers als quasi patiënten verkeerden en die door een ingewijde zuster werden ‘verpleegd’. Dikwijls werden er verzetsmensen opgenomen, ofwel voor operaties wegens opgelopen verwondingen ofwel  voor behandeling van ziekten. Dan kon het voorkomen dat tegen geheimzinnig doende bezoekers ontkend werd dat patiënten van de genoemde naam aanwezig waren. Zoals de twee bezoekers die vertelden dat als de zuster de patiënt per ongeluk toch in het ziekenhuis tegen kwam, ze moest zeggen dat Jopie en De Lange er waren. Het bleken verzetsvrienden! Later werd zuster Theresi verhuisd naar de zonnekamer waardoor zij ook ‘s nachts bij verdacht bezoek onmiddellijk in actie kon komen, hetgeen met het vorderen van de oorlog steeds meer noodzakelijk bleek.

Haar vrijgekomen kamer werd gebruikt voor een lid van een groep ‘zwartehandelaars’, die in een treffen met verzetsmensen levensgevaarlijk werd gewond. Mogelijkerwijs verrichtte dokter Immink op deze patiënt met goed gevolg de eerste open hart-operatie van Nederland.

Er sliep nogal eens wat in de St. Jan. Er gebeurde ook het een en ander. Zo kwam op zaal 19 plotseling een patiënt te liggen, met een joods uiterlijk, en van klein postuur. Dokter Immink vertelde dat de man ter observatie kwam en volgens de speciale methode moest worden behandeld. Al spoedig meldden zich twee mannen bij de portier die naar de patiënt vroegen.

Dr. Immink

 

Grosser Lügner

Zuster Theresi werd gewaarschuwd en stond hen te woord. Zij ontkende dat er iemand van deze naam aanwezig was, tenzij deze de afgelopen nacht was binnengekomen. Zij zou dit wel even verifiëren, en begaf zich naar zaal 19, waar zij de man onder de dekenboog en andere dekens van een juist geopereerde patiënt verborg. Ze prentte hem in dat hij zich als een heel zieke patiënt moest gedragen, en droeg de zaalzuster op het verlaten bed snel op te maken en dan weg te wezen. Daarna liep zuster Theresi weer naar beneden en deelde de ‘heren’ aan de hand van de patiëntenlijst mede dat er in de afgelopen nacht alleen een zieke baby was bijgekomen. Een van de mannen ontpopte zich als Duitser en zei dat zij hem dan maar eens zaal 19 moest laten zien, hetgeen zij, uiteraard met kloppend hart, deed. ‘En voilà, heren. U ziet het. Er is hier niemand!’, moet zij hebben geantwoord. Toen de mannen onverrichte zake weer vertrokken, zei de Duitser: ‘Du Schwester, du bist ei n grosser Lügner!’.

Zuster Theresi herinnerde zich dat kort voor de bevrijding een jonge dame arriveerde, met onder meer, gebroken armen. Deze jonge dame (waarschijnlijk de koerierster Rie Pels) werd onder de grootste geheimhouding behandeld.

Zelfs het liefje van de Ortskommandant werd in het St. Jan opgenomen en op voorbeeldige wijze, doch geïsoleerd, verpleegd. Op bezoekuren daverden de gangen van de moffen-laarzen. Het kader van de bezettingstroepen moest toch zijn uitdrukkelijke eer bewijzen aan de relatie van hun commandant. Na haar ontslag uit het ziekenhuis deelde de commandant mede, dat hij gaarne wilde vergoeden wat men had gedaan voor zijn geliefde en als er nog wensen waren, zou hij die proberen te vervullen. Die wensen waren er wel: de röntgenbuis was stuk en nergens te koop. Laat die Duitser voor een nieuwe zorgen! Wat er gebeurde in het St. Jan ziekenhuis was puur verzet; ondanks de vele andere problemen, zoals gebrek aan materiaal, voedsel en brandstof.

Niet alleen doktoren en personeel van het St. Jan hebben zich ingezet voor het verzet, maar ook velen die werkten in of betrokken waren bij het gemeenteziekenhuis en het rusthuis Spes Viva. In het gemeenteziekenhuis kon echter nauwelijks iets gebeuren, omdat de leiding hiervan in Duits bevriende handen was.

Uit:  Bezetting / Verzet aan de Zaan, 1985

Foto’s; eigen foto’s, Commissie Historie Zaanse Ziekenhuizen (CHZZ)