Afscheid van burgemeester Engel van de Stadt

Een burgemeester is een prominent lid van de gemeenschap. Hij/zij is de vertegenwoordiger van de burgers naar buiten toe en behoort een hoeder van de burgerlijke samenleving te zijn. Bij een afscheid worden er altijd grote woorden gesproken en spreekt de burgemeester nog laatste woorden.

Zo ook Engel van de Stadt (1746-1819) en hij schreef een afscheidsbrief aan de burgers. Die brief is bewaard gebleven in het archief van de familie van de Stadt. We laten hier de brief zien en de transcriptie. Daarnaast nog iets uit Zaanwiki over het leven van Engel van de Stadt.

 

De transcriptie

   Toespraak waarmee Engel van de Stadt afscheid nam

         van de Municipaliteit van Oost-Zaandam, in April 1797

[Bron: „Engel van de Stadt, zijn voor- & nageslacht” uit 1951, p141]

 

Begin 1795 bezetten de Fransen ons land. De Republiek der Verenigde Nederlanden houdt dan op te bestaan en wordt vervangen door de Bataafse Republiek. Voor patriotten, zoals Engel, was de komst der Fransen een verlossing van het oude regime, Het Patriotisme in de Zaanstreek is niet in de eerste plaats anti-Oranje, maar democratisch en anti-aristocratisch.

Engel was al lid van de Municipaliteit van Oost-Zaandam, toen hij in 1797 tot plaatsvervangend lid voor het district Oostzaan en Waterland in het Proviniaal Bestuur werd verkozen, waardoor hij afscheid moest nemen van de Municipaliteit. Zijn afscheidstoespraak heeft hij in zijn keurig handschrift opgeschreven en wordt hier afgebeeld. Het kan gezien worden als zijn politieke belijdenis.

 

Geachte Mede Burgers ! .

Daar het belang en welstand deezez Burgerij mijn altoos heeft

aan ’t Hart gelegen. en waartoe ik zoo veel mijn gering vermogen

toeliet het mijne heb toegebracht,

Kan ik niet ontveinsen dat ik met aandoening deesen mijnen

Zeedert bijna 20 Jaar Bekleeden post verlaat,

Dan Vrienden de oorsaak is U(Lieden) allen Bekent en de Verkiesing

in het Provinciaal Committe had mij reeds in ’t voorgaande Jaar

ontslagen − maar de lust tot medewerking voor den Welstand dezer

Burgerij − en U(Lieden) vriendelijke Zameleeving hebben mij toen bewogen

Om den Last met U(Lieden) te Blijven dragen,

Dan nu is dat voorbij en ik moet om aan de Gewichtige belangens

Van ’t geheele volk van Holland te Arbeiden. U(Lieden) Verlaaten

Ik kan niet voorbij U(Lieden) van mijn Persoonele vriendschap te

Verseekeren. en dezelven voor mij en de mijne te versoeken,

en wenschen dat U(Lieden) werkzaamheid en deliberatien alleen en

altoos het Heil van deeze Burgerij ten doel sullen hebben,

dat belangeloose ijver in U(Lieden) steeds de trekken zullen opleeveren,

van Waare Beminnaars van orde en Regt,

dat eenheid in U(Lieden) deliberatien sal gevonden worden − en

dat Uwe Besluiten de Kenmerken Sullen dragen van onpartijdig-

heid en Waare Volksliefde,

dat allen beschikkingen en veranderingen, die voorhanden sijn

door U(Lieden) voorsigtige handelwijs eene Sagte en Soo gemakkelijk

mogelijk overgang verkrijgen, waardoor de rust en eenheid (zoo

hoog nodig) zal bevordert worden,

En dat U(Lieden) Besluiten Steeds op zoodanig een Grondslag sullen

Gelegt worden, dat deselven door het volk ge eerbiedigt en nagekomen Werden,

Hierdoor meedeburgers zult gij(Lieden) een Genoegen smaken dat

rijkelijk teegen de moeijelijkheid der zaak zal opwegen,

Hierdoor sult gij(Lieden) ’t vertrouwen des volks meer & meer wennen

En met genoegen ’t Elkens tot uwe huijsen weederkeeren,

En dat dit het deel uwer moeijelijken Arbeijd zijn sal is

Mijn hartelijke wensch

 

Ik ga dus heen in goed vertrouwe, en verlaat U(Lieden) Vergadering

maar niet Uwe vriendschap en na Aanbeveling en gods

Heijlige Protectie Blijf ik Uw vriend & meedeburger,

Engel van de Stadt

 

Oostzaandam op ’t huijs

Der Gemeenten den     April 1797

A 3. der B.V.

(Anno 3 jaar der Bataafsche Vrijheid)

 

Over het leven van de Engel van de Stadt – Zaanwiki (PDF)