Buitenplaats Zaanlust

door Ruud Meijns

De Zaanstreek kenmerkt zich niet door de vestiging van grote buitenplaatsen zoals aan de Vecht of in het Kennemerland. Zaankanters die wel degelijk hun rijkdom wilden laten zien kozen ook vaak een plekje in deze gebieden voor gefortuneerden. In de eigen omgeving liet men liever een degelijk huis neerzetten. Zoals hier het huis van Heyme Vis, verffabrikant. Dit is tussen de Veeringstraat en de Tuin de Nederlanden met rechts de verffabriek Rembrandt.

Uitzondering op deze ingehouden weelde daarop was de Buitenplaats Zaanlust. Ik ben er niet in geslaagd om een prent te vinden van deze buitenplaats. Er bestaat wel een uitgebreide beschrijving uit 1818 toen de eigenaar Pieter Honig Cornelisz. het wegens faillissement moest verkopen.

Een kapitaal, nieuw, proper en binnen weinig jaren grotendeels nieuw gebouwd koopmanshuis, continuerende 7 behangen boven- en benedenkamers, grote  behangen en geplafonneerde zaal, fraaie gestucadoorde gang, kantoor, en verders zoodanig gebouw vereischende commoditeiten; idem eene daarnaast staande stalling voor 7 paarden, wagenhuiis, mangelkamer en wijnkelder, voorts een achter gemeld Huis en de stalling in de Engelsche smaak meede binnen weinig jaren aangelegd plantsoen met een stijger, waarin berging voor visch (uitkomende aan de rivier de Achterzaan) beplant met diverse welig groeiende Boomen en Heestergewassen en meede bevattende een goudvischkom, Menagerien, Priëlen, Bruggen, wasch- of werkhuis en verdere agrementen.”

Een flinke opsomming van wat er allemaal bij hoorde. Het geheel had een oppervlakte van ruim  55 aren  meer dan omgerekend 5500 m2. Een huisje met erf aan de Zaan ter grootte van  een flink voetbalveld. Er hoorde ook nog een grote overtuin bij met diverse soorten vruchtbomen, kassen en tuinhuisjes.

Na de sloop kwamen Jacob en Simon de Boer uit Oostzaan met een advertentie waarin werd aangeboden: 100.00 metselstenen, 40.000 straatstenen, Hardstenen, Marmeren platen, balken deuren, raamkozijnen afkomstig van de plaats ‘Zaanlust’ te Zaandam.  Een enorme hoeveelheid materiaal.

Het was in de 18e eeuw gebouwd en bewoond door Claas Taan de Jonge, grootvader van de vrouw  van de Pieter Honig die failliet ging. Bij het faillissement werd het gekocht door Pieter Smidt van Gelder, papierfabrikant (prent).

Zijn zoon Arend van Gelder (1795-1874) was de laatste bewoner van Zaanlust want bij zijn overlijden werd het te koop aangeboden. In oktober 1876 kwam het in het bezit van de firma Blans die het liet slopen om op de plek hun stoomrijstpellerij te bouwen.

Bij de aanvraag van de vergunning voor de bouw van deze fabriek werd bezwaar aangetekend door omwonenden; een stijfselfabrikant vreesde roet- en stofoverlast, een tuinder had dezelfde bezwaren en een andere vreesde voor zijn nachtrust. De gemeente verleende de vergunning op 28 november 1876, maar omwonenden gingen in beroep bij de Raad van State. Hun beroep werd op 15 mei 1877 verworpen.

Deze loodsen van de pellerij waren 38 meter lang en elk 8 meter breed. Rechts de tekening die bij de aanvraag in 1876 werd aangeleverd. Dit is aan de Zaanzijde.

Ter oriëntering: het gebied waarover we hier spreken ligt nu ruwweg tegenover sporthal de Struijck.

Bron: http://zaans-industrieel-erfgoed.nl/, Genealogie online, Met Stoom nr. 146, Gemeentearchief Zaanstad