Een wandeling door de Burgemeestersbuurt

door Simon Greve

Onlangs waren we met de werkgroep Historisch Erfgoed in de Burgemeestersbuurt. Met een begin van de wandeling bij Slijterij Vonk in de Tuiniersstraat. En dan valt me iedere keer weer op dat dit deel van Zaandam tussen de A.G. Verbeekstraat en de Klaas Katerstraat zo heel anders overkomt dan de strakke wijken die even verderop liggen.  Delen van de oude pad structuur zijn in dit deel nog zichtbaar, maar veel is er niet van over. Er zijn winkels, bedrijven, parkeerterreinen en woningen dwars door de oude structuur heen gebouwd zonder veel onderling verband, waardoor het hier wat rommelig overkomt.

Kijk bijvoorbeeld naar de Prinsenstraat. Tegen de Zuiddijk aan liggen nog wat oude woningen van die straat, dan komt de Dekamarkt er tussendoor en vervolgens komen weer wat huizen van de oude Prinsenstraat, maar onderbroken door de nieuwbouw van de Cronjestraat. En aan het eind liggen weer wat oude huizen van de oorspronkelijke Prinsenstraat. Soms bouwde men nieuwe panden op de rooilijn, soms daar ruim achter.  Rommelig, alsof in de jaren zeventig er maar wat aan gebouwd is zonder oog voor wat er al was.

Daarnaast ook staan in het gebied tussen de Touwslagerstraat en de St. Caterijnestraat vele kleine bedrijfjes. Waarvan de panden niet altijd een geheel vormen met elkaar en die ook niet altijd goed onderhouden zijn.  Tegelijk ligt er tussen de Zuiddijk en de Tuiniersstraat een winkelgebied waar ook weinig structuur in zit.  Wat autobedrijven, een kinderdagopvang, een loodgieter. Ook dat maakt dit gebied wat rommelig en een totaal contrast met de echte burgemeesterbuurt straten als bijvoorbeeld de Burgemeester ter Laanstraat. Die lijken  getekend met een liniaal en hebben veel min of meer eenvormige woningen in een lange rij.

Hoe zag het gebied bij de Tuinierstraat en omgeving er vroeger uit? Dat zien we op een kaart uit 1876, herzien in 1892. Op de kaart zien we geheel links het station en de spoorlijn naar Amsterdam. En zien we iets boven het midden de Wilhelminasluis. De Zuiddijk loopt vanaf de sluis naar beneden. En verder zien we dat het ten Oosten van de Zuiddijk nog erg leeg is. Enkele oude straten (paden) lopen het veld in, zoals altijd recht vanaf de hoofdstructuur (hier de Zuiddijk) langs oude sloten het veld in waar vroeger zonder twijfel een molen zal hebben gestaan. Bij de bovenste pijl (zie kaart) zijn dat het Prinsenpad en de Lijnbaanstraat, bij de onderste pijl is dat het Sluispad.

 

Later zijn hier straten bijgekomen die parallel aan de Zuiddijk lopen, of in ieder geval niet de oude padstructuur volgen. Denk aan de Touwslagerstraat.

De wandeling zelf gaat vandaag vanaf slijterij Vonk de Prinsenstraat in naar het oosten. Zoals gezegd, oude en nieuwe structuren door elkaar heen. Om u niet steeds te laten zoeken heb ik een kaartje met daarop de wandeling ingevoegd. Als ik verwijs dan is dat naar een nummer op het kaartje. De slijterij is nummer 1.

Prinsenstraat 47 is een pand uit 1917 dat vroeger een woon-winkelfunctie had, maar sinds 1949 een woonhuis is. Het staat ingeklemd tussen de nieuwe (1975) woningen aan de Cronjestraat en het buurthuis.

Prinsenstraat met links nummer 47 en rechts nummer 58.

 

Op nummer 58 zien we een pand met een erg Zaans uiterlijk. Zaans groen, planken, erg breed. Het oogt wat misplaatst tussen alle bakstenen panden, maar ziet er fraai uit. Het gaat hier om een pand waarvoor de bouwvergunning is aangevraagd in 1878 voor wat destijds twee woningen waren. Naast het pand zien we twee oude, vervallen garages en een paar parkeerplaatsen. Nummer 68 en 70 zijn dan weer relatief nieuw (1976) en zijn in de plaats gekomen van twee gesloopte woningen.

Na deze twee begint de Prinsenstraat zoals die nog een beetje aan het oude Prinsenpad van vroeger doet denken. Smal, zonder voortuinen, aan de rechterkant nog oud (1896), aan de linkerkant vernieuwd (1935). Ook daarna blijven de rooilijnen verspringen en zijn  bijna alle huizen vernieuwd. Alleen aan het einde van het pad staan nog een paar oudere woningen (nummer 2 op de kaart). Dat hier vroeger de bewoonde wereld eindigde bewijst ook wel het feit dat hier, aan het einde van het pad, in 1925 nog een veestalling werd gebouwd. En tegen de Gouw aan was destijds aan het eind van het Prinsenpad een scheepswerf gevestigd, de Hippert, genoemd naar de verdwenen (1830) molen de Hipper.

We slaan aan het eind van de Prinsenstraat af naar rechts, de Menno Simonzstraat in. En slaan daarna weer af naar rechts, de Krugerstraat in. Deze buurt was in de jaren zeventig de eerste stadsvernieuwingsbuurt in Zaandam en in die jaren telde het behoud van de oude structuur nog niet zo.. Aan de rechterkant van de Krugerstraat staat nieuwbouw, links wat oudere arbeiderswoningen (1922) zoals die vroeger vaak zo gebouwd werden met één bouwlaag en een pannendak met rode dakpannen en een dakkapel. Vanaf nummer 52 worden de woningen wat uitbundiger en zijn fraai versierd met meer kleuren stenen.  We zijn op de kaart nu bij nummer 3. De rode baksteen waaruit de panden opgetrokken zijn staat heel fraai. Deze woning is van 1909, net als de nummers 50 en 48.

Op de hoek van de Steijnstraat en de Krugerstraat staat een in mijn ogen prachtig pand (zie foto). In dezelfde stijl als de naastgelegen woningen en ook tegelijk met deze gebouwd. Het bestaat uit een bovenwoning en een benedenwoning. De deur met nummer 1A leidt via een trap tot de bovenwoning, de deur met de ingang aan de Steijnstraat leidt naar de benedenwoning. Het raam dat op de hoek zat is later dichtgemetseld. Het achterste deel van het pand is niet later bijgebouwd, maar is als een geheel gebouwd met de rest. Maar wijkt qua opzet wel iets af van de rest. In dit achterste deel van het pand waren oorspronkelijk de keuken en de slaapkamers. Het voorste deel van het pand bevat boven en onder een voorkamer en een achterkamer. Zou de voorkamer de vroeger gebruikelijke ‘nette kamer’ of pronkkamer zijn geweest? De inrichting was dan veel rijker dan in de andere kamers, notabelen werden daar ontvangen, maar verder bleef deze kamer vrijwel ongebruikt. Het was wel zaak dat deze notabelen niet naar de WC moesten want pas in 1957 kreeg het pand een WC.

De Krugerstraat ligt in het verlengde van een zeer oud pad, het Pantepad. Al voor 1700 bestond dit pad dat, zoals toen gebruikelijk was, genoemd is naar een bewoner van het pad, hier de familie Pant. Aan de Zuiddijk is de vroegere ingang van het pad nog zichtbaar en in een klein en onooglijk stukje zijstraat van de Tuiniersstraat staan nog wat woningen van dit pad. Maar verder is hier bijna niets overgebleven van de oude padstructuur.

Onze wandeling voert ons van de Steijnstraat naar de A.G. Verbeekstraat (genoemd naar een Zaanse wethouder) en van daar naar de Burgemeester van de Stadtstraat, nummer 4 op de kaart. En hier treffen we een volledig ander beeld dan in de straten waar we eerder waren. Strakke, met een liniaal getekende rechte straten. Die niet, zoals de oude paden, recht vanaf de Zuiddijk lopen. Straten met allemaal middenklasse woningen opgetrokken uit baksteen met twee bouwlagen en een rode pannenkap. Geen heel grote woningen, ongeveer 100m2 woonoppervlak, maar voldoende voor een gezin, zeker in die tijd.  Geen dakkapellen, daarvoor is de hoek van het dak en dus de hoogte te gering. De woningen hebben een kleine voortuin en een  langere achtertuin. In vergelijking met de oude Russische buurt die vijftig jaar ouder is maar ook veel lange rechte straten kende, oogt deze buurt veel rijker en ruimer.

Zowel de Bomenbuurt als de Burgemeestersbuurt zijn in de jaren dertig opgezet door het stedenbouwkundig bureau Granpré Molière, Verhagen en Kok. De gemeente was niet tevreden met de plannen die er lagen en vroeg het bureau om deze plannen te herzien. De bouw van de buurt was onderdeel van een groot uitbreidingsplan in Zaandam Zuid-Oost dat ook de realisatie van woningen aan de Burgemeester Ter Laanstraat, A.G. Verbeekstraat, Jan Brinkmanstraat, Pieter Pauwstraat, G. van Heijningenstraat, Burgemeester Ter Laanplantsoen, Burgemeester Versteegstraat, Burgemeester Van Ordenstraat, Burgemeester Smitstraat en de Burgemeester van de Stadtstraat omvatte. En inderdaad, dat zijn  allemaal oud-bestuurders van Zaandam.

Op de onderstaande foto is aan de onderkant het open terrein te zien waarop de Burgemeesterbuurt zou komen. Wel is de D. Doniastraat al gebouwd, dat is de straat met de knik. Midden op de foto het Eiland en de Zaan. Merk ook op dat de oude paden rechtsonder op de foto er nog compleet uitzien.

De stedenbouwkundige P. Verhagen had veel ervaring met het maken van stedenbouwkundige plannen (o.a. het alom geprezen Tuindorp Vreewijk in Rotterdam) en was al in veel andere Zaandorpen actief geweest als stedenbouwkundige. Hij werd de maker van de nieuw te ontwerpen stadsuitbreidingen in het zuidoosten van Zaandam. Hij presenteerde zijn stedebouwkundigplan voor de Bomenbuurt en Burgemeestersbuurt in 1938 aan de gemeenteraad.

In verband met de toegenomen verkeersdruk ontwierp hij een nieuwe noord-zuid georiënteerde verbindingsweg, de Kepplerstraat, evenwijdig aan de Zaan, met daaraan woonwijken. De wijkjes werden begrensd met groenstroken en singels. Vaak waren dit bestaande sloten die vergraven werden. Centraal in de twee wijken waren scholen te vinden. Lucht- en lichttoetreding waren belangrijke onderwerpen voor stedenbouwkundige plannen in die tijd en daarom was er oog voor de ruime straten met groen. Dat is terug te zien in de ruimere opzet van de straten, waarbij ruimte is gelaten voor bomen en voortuinen. Ook hier zie je de tuindorp-gedachte uitgevoerd als eengezinswoningen met een tuintje om groente te verbouwen of in te recreëren. Daarmee heeft deze buurt een heel andere uitstraling dan bijvoorbeeld de Havenbuurt (1909-1910) of de Rosmolenbuurt (1913-1928).

De bouw van het vooroorlogse deel van de Burgemeestersbuurt vond plaats in 1938-’39. De wijk werd deels ontwikkeld door particuliere bouwondernemers als, in de Burgemeester van de Stadtstraat, de heer H.G. Scholten uit Hilversum met als architect dhr. W. Reeders.

De meeste woningen in de Burgemeesters buurt zijn gebouwd vlak voor de oorlog en een deel is afgebouwd tijdens de oorlog. Gedurende de oorlog werden hier door het NSB gemeentebestuur veel aan de NSB loyale ambtenaren gehuisvest. Dat dat spanningen gaf in de buurt is evident.

We wandelen verder en slaan rechtsaf naar de Burgemeester Smitstraat. Links zien we nu het nieuwe gebouw van de Herman Gorterschool, rechts weer de typische middenklasse woningen van vlak voor de oorlog. Het oogt allemaal eenvormig en harmonisch. Wat mij als oud-Zaandammer nooit duidelijk is geworden is waarom de Burgemeester Smitstraat niet ook recht is gemaakt. De straat loopt nu licht gebogen en aan het eind met een rare knik naar de Jan Brinkmanstraat. Deze straat is uit vrijwel dezelfde tijd en de bouwplannen hadden dus heel goed op elkaar afgestemd kunnen worden.

De Jan Brinkmanstraat is opmerkelijk omdat er maar 1 woning met het front naar de straat gericht staat. De andere woningen staan met de zijkant naar de straat. Dat ene huis is nummer 2, voor ons op onze wandeling aan de linkerkant van de straat. Het moet min of meer in de achtertuin van de woningen aan de Pieter Pauwstraat gebouwd zijn. Dit deel van het bouwplan, in totaal 15 woningen en daarbij ook nummer 2, zijn gebouwd door de Zaandammer D. de Boer in 1939. Deze D. de Boer had reeds eerder 20 woningen in deze buurt gebouwd. Deze de Boer verhuurde de woningen eerst en bood ze daarna, in 1941, te koop aan in blokjes van twee met de mededeling dat ze ‘goed verhuurd’ waren.

We lopen door naar de D. Doniastraat en slaan die in naar links. Zie nummer 5 op de kaart., Dan zien we voor ons het oude gebouw van de Herman Gorterschool. Omdat men op deze plek niet uit kon breiden is het nieuwe gebouw een paar honderd meter meer naar het Oosten gebouwd. Aan het oude gebouw is goed te zien dat het pand in 1974 uitgebreid is en dat, toen er nog steeds ruimtegebrek was, men een dependance heeft gebouwd.

Via de J.C. van Wessemstraat en de Bootsmanstraat, genoemd naar een molen die ooit ten Noorden van de Hanenpadsloot stond, lopen we naar de Jonge Arnoldusstraat.  Inderdaad, ook al genoemd naar een molen die tot 1895 stond aan de Hanenpadsloot. Zo houdt men het verleden levend.

De Jonge Arnoldusstraat loopt langzaam omhoog en later weer omlaag. Op het hoogste punt sluit de straat aan op de Zuiddijk, die gezien de dijkfunctie natuurlijk zelf ook hoog ligt. Vlak voor de eigenlijke Zuiddijk staat langs de straat een ijzeren hek. Kaartje locatie 6. Dit hek voorkwam vroeger dat mensen hier in de wegsloot zouden vallen. Want naar beneden kijkend zien  we op de grond de plek waar vroeger achter de Zuiddijk de wegsloot lag. Die nu volledig gedempt en daarmee verdwenen is, net als de meeste wegsloten.

Via het Skagerrak en de Prins Hendrikstraat lopen we naar het Kattegat, genoemd naar Jochem Pieterzoon Kat. Nummer 7 op de kaart. Het Kattegat is een zeer oude dijk wat ook duidelijk te zien is aan de verhoogde ligging. Het Kattegat was er al toen andere stukken land ten Westen van de Zuiddijk nog water of moeras waren. Deze dijk leidde naar het buitendijkse land in de Zaan, een hem, die vroeger gebruikt werd voor een balkenhaven en houtzagerijen. Na het doorgraven van de hem, ten einde een eenvoudige aanvaar route te hebben naar de sluizen, werd dit een eiland het Pont-eiland, genoemd naar William Pont.

Een bijzonder pand aan het Kattegat is nummer 8/6. Zie foto. Een enorm groot pand, veel groter dan de andere panden die oorspronkelijk aan het Kattegat stonden.  Dat komt omdat het ooit, in 1899, gebouwd is als sigarenfabriek en dus niet als woning.  Jitte Geerts, die al een sigarenfabriek had in Amsterdam wou nu ook in Zaandam een fabriek neerzetten en kreeg daarvoor een vergunning. Inclusief de plaatsing van een gasmotor hetgeen toch herrie moet hebben gemaakt. Maar bezwaren van de omwonenden waren er niet. En misschien kwam dat ook wel omdat de chef van de fabriek direct naast de nog te bouwen fabriek woonde. Wat meteen verklaart waarom die plek geselecteerd werd. Na het faillissement van Dhr. Geerts in 1907 heeft Justus van Maurik de zaak overgenomen en bleef sigaren maken. Na de oorlog huisvestte het pand een poppenfabriek en later een diervoeder fabriek.

In het pand waren op de begane grond een tabakskerverij en een pakhuis. En op de etages een schaftkamer, een sigarenmakerskamer, een droogkamer,  een pakkamer en een sorteerkamer.  Deze droogkamer moest brandvrij worden gemaakt, blijkbaar werden er voor het drogen hoge temperaturen gebruikt. In de kelderverdieping bevonden zich een vochtkamer, een brandstofkamer en een bergplaats. Tegenwoordig zou een bedrijf als dit in een woonwijk niet meer toegelaten worden, toen wel. Tegenwoordig biedt het pand ruimte aan 8 appartementen. En is het een pand dat het beschermen waard is. Zie foto.

Ook Kattegat 10, midden op de foto, is een prachtig pand. Huispedia geeft aan dat het uit 1868 stamt. Op de foto hierboven uit 1972 is het goed te zien, met de rijk versierde dakkapel en vlak naast de sigarenfabriek (rechts op de foto, het grote pand). In de oorlog zat er het schildersbedrijf van Kaper, misschien dat dat heeft bijgedragen aan het behoud van het pand. Ook dit pand is bijzonder genoeg om te beschermen, zeker als het aan de binnenkant nog authentieke elementen zou bevatten.

Na het Kattegat  bekeken te hebben waren we uitgewandeld. En het was weer een mooie wandeling. Het blijft wonderlijk hoeveel extra je ziet als je de tijd neemt om zaken aandachtig te bekijken.

Zoals bekend is het bestuur enkele jaren geleden met een werkgroep “Historisch Erfgoed & Ruimte” gestart. Deze werkgroep houdt zich bezig met de ontwikkeling van vastgoed en ruimtelijke structuur in Zaandam in historisch opzicht. Zij bewaakt het behoud van historische panden, pleinen, bruggen en objecten in Zaandam. Om die reden wandelen de leden van de werkgroep regelmatig door delen van oud-Zaandam. En we doen daarvan ook verslag op de website.

Tijdens die wandelingen bekijken we interessante gebouwen aandachtig. Met veel aandacht voor de leeftijd van een pand, de details, de functie en vroegere functie, het onderhoud en of het past bij de buurt.

Illustraties: Simon Greve, Ruud Meijns, Gemeentearchief Zaanstad, Google