Hogendam – Noorder Kerkstraat

Tegenover de Oostzijderkerk aan de westkant lag de duikersluis en hier stonden twee huizen.

Het hoekhuis werd bewoond door de heer Nierop, een boekhandelaar, een kleine, ineen gedrongen man, die er ook een leesbibliotheek op nahield. Tussen dit huis en de duikersluis stond een grote kruidenierswinkel van Gerrit Bakker, een broer van de alom bekenden Meester Bakker.[1]

Bij het overlijden van den heer Bakker, is het huis overgegaan aan de firma Ebmeijer, die er een bekende drankenhandel vestigde.

Vlnr. boekhandel Nierop, drankenhandel Ebmeijer, het hek bij de duikersluis

Aan de overzijde van dit perceel, aan de noordzijde van de straat stond de bekende zaak van Kramer en van Willige. In die dagen de grootste behangers- en stoffeerderszaak van Zaandam. Dit huis met de winkel heeft er gestaan tot 1902 toen de grote nieuwe sluis is gemaakt. Het is toen afgebroken en de heer van Willige heeft toen Zaandam verlaten. Naast van Willige woonde apotheker van Heijnsbergen. Toen de sluis klaar was, heeft van Heijnsbergen naast zijn oude perceel het nieuwe pand laten bouwen, dat hij nu nog bewoont.

Naast van Heijnsbergen stond de alom bekende hoeden- en pettenwinkel van de heer Fris. De heer Fris stond bekend om zijn vriendelijkheid. Met mooi weer stond hij meestal in de deur van zijn winkel iedereen groetend die voorbij ging. Dit huis stond op den hoek van de Hogendam en Peperstraat en was van oude datum. Aan de anderen kant van de Peperstraat bevond zich de klokken- en horlogewinkel van de heer H. van den Bosch, die tevens Stadsuurwerkmaker was. Bij zijn overlijden is de zaak opgeheven en nu is er de meubelzaak van Huisman gevestigd.

Naast de horlogemaker van den Bosch staat het gebouw van het Nut van ’t Algemeen, nu ingericht als logement voor den ‘Reizenden Man’. Het was een heerenhuis, bewoond door den heer J. v.d. Stadt, een houtzagersbaas, die eigenaar was van verschillende zaagmolens. Het huis was tamelijk hoog en boven uit zijn dakraam kon hij zijn molens zien malen.

Zuiddijk hoek Noorderkerkstraat, witte gebouw is logement waar later nog bioscoop het ‘Saentje’ heeft gestaan.

Met een flinke harde wind, toen hij uit zijn hoge zitplaats naar zijn molens ging kijken, zag hij één van zijn molens, die tamelijk in het zwicht ging[2]. Hij stuurde zijn dienstbode met een brief naar den molen of hij met glazen roeden maalde. Toen de dienstbode terug kwam, ging hij weer naar boven om te kijken of de molen meer zeildoek voerde, maar tot zijn grote schrik hadden ze de kop van de as er afgemalen.

Bron: Oude herinneringen aan de Oostzijde van Jan Kruyver. 1946 

 

 

[1] Meester Bakker van de Bakkerschool in de Oostzijde.

[2] Molenaarsambacht, stand waarin een zeil opgerold wordt bij het zwichten. Het zeil werd opgerold tot de eerste zwicht.