Vast in het IJs

door Ruud Meijns
 

De Zuiderzee was nog een open water. Eind december 1895 begon het streng te vriezen. Diverse veerdiensten zoals die van Enkhuizen naar Stavoren werden gestaakt. Het havenvuur te Edam werd niet meer ontstoken omdat de zee voor de haven dicht lag.

Tegelijkertijd lagen nog twee botters uit Zaandam, de Z.A. 5 en de Z.A. 8 in het gebied tussen Marken en Urk en raakten bekneld in het zware ijs. De Z.A. 5 van schipper W. Prins Pz. lag ten  zuiden van Urk.

De botter van  schipper Blees lag tussen Marken en Muiden hierdoor kon de knecht van de Z.A. 8 na een urenlange tocht Marken bereiken en hulp inschakelen. De burgemeester van Edam, hoofd van de Zuiderzee-politie, zette de hulpverlening in gang.  

De Zuiderzee rond 1900, een grote watervlakte.

 

 

Rechts de botter Z.A. 22 in de Amsterdamse haven op weg naar de Zuiderzee. Hiermee werd gevist.

 

 

Vanuit Harderwijk waar de zoektocht naar Prins werd gecoördineerd werd nog op 31 december 1895 een telegram verzonden aan ‘Vrouw Prins’ met de onheilspellende woorden ‘Niets bekend van uw vischschuit’. De vrouw  van Prins was Jannetje Zeeman.

Op nieuwjaarsdag werd schipper Blees ongedeerd in Amsterdam terug gebracht. Twee sleepboten van de heren Rutters hadden het ijs gebroken en de botter behouden terug gebracht.

 

Van schipper Prins die met zijn zoon aan boord ook in het ijs vastzat was nog niets vernomen. Bij de speurtocht vertrok uit Kampen de stoomboot Meppel 1 ter verkenning en toen men meende de schuit te kunnen lokaliseren bleek er nog zo’n grote ijsvlakte tussen te liggen dat men terugkeerde en ook de Meppel 3 werd ingezet om het ijs te breken. Het scheepje lag ter hoogte van het Enkhuizerzand ten westen van Urk vast in ijs.

Hier een tekening van een botter waarin ze 10 dagen overleefden

Beide stoomboten de Meppel 1 en Meppel 3 wisten in een tweede poging de Z.A. 5 van Prins en zijn zoon te bereiken en heelhuids naar Kampen te brengen. Ze hadden 10 dagen lang vast gezeten. Nooit was er op gerekend dat ze zo lang weg zouden blijven dus de voorraad aan voedsel en brandstof begon op te raken.

Bij vertrek hadden Prins en zijn zoon 2 broden, 1 pond rijst, 2 maatjes aardappelen en 1 pond spek aan boord. Alles wat aan boord los en vast zat was gebruikt om als brandstof te dienen.

Gelukkig kon er op 5 januari een telegram naar Zaandam uit Kampen worden gezonden met de tekst: ‘Prins en zoon met botter alles wel te Kampen’.

Bij terugkomst in Zaandam werden Prins en zijn zoon als helden onthaald. Daarna werd in Zaandam een actie in gang gezet om financiële steun voor de schippers te organiseren. De vereniging ‘Ons Genoegen’ organiseerde in Café Neuf een toneelavond ten bate van het goede doel. De totale opbrengst van de avond was f 145, 21. Daar ging f 35,50 af aan kosten en elke schipper kreeg f 25,–. Voor een commissie die ingesteld werd om meer fondsen in  te zamelen werd f 9,71 gereserveerd. De   f 50,– die hierna overbleef werd in bewaring gehouden om toekomstige kosten te financieren die Prins nog zou moeten maken. Zijn botter was behoorlijk gehavend, misschien moest er wel een nieuwe komen.   Café Neuf, Westzijde hoek Vinkestraat.

Schipper Willem Prins overleed 5 januari 1907 in zijn woning Zuiddijk 225, oud 60 jaar en negen maanden. De familie van Prins gaat terug op Gerrit Prins van Urk (+ 1675-1709)

Illustraties Gemeentearchief Zaanstad en familie Prins

Met dank aan Elles Prins, achterkleindochter van de schipper.