Stalhouderij Jan Hooft
Ruud Meijns
De stalhouderij van Jan Hooft was een succesvolle onderneming die door een misstap volledig ineen stortte.
Dit is Westzijde 64, al was het toen anders genummerd, maar het is de stalhouderij van Jan Hooft (13-06-1890).
Hij had rijtuigen en paarden. Hij vervoerde met zijn rijtuigen de gegoede burgerij van Zaandam. Daarnaast had hij een expeditiebedrijf dat vervoer van goederen en ook verhuizingen door heel het land regelde. Hij handelde ook in paarden.
Naast het pand in de Westzijde had hij in 1910 ook een pand laten zetten in de Botenmakersstraat op nummer 11. Het gemak dient de mens en zo ook met Hooft die aan de achterzijde van het pand in de Botenmakersstraat ook een garageruimte had gebouwd zodat hij ook een uitgang kreeg op het Wijnkanspad.
De heer J. Hooft vroeg in 1910 bij de gemeente of de rooilijn zoals hij die had aangehouden op acht meter straatbreedte ook officieel mocht aanhouden. De gemeente had de Botenmakersstraat officieel op tien meter breedte staan maar, zoals Hooft opmerkt kan dat niet worden aangehouden omdat er al meerdere panden staan die deze tien meter in de weg staan. Bij zijn verzoek zijn hele stukken gevoegd over de discussie in de gemeenteraad werden gevoerd over dit onderwerp. In de Botenmakersstraat had Hooft een wagenremise staan; zie tekening.
In 1915 introduceert de stalhouderij een nieuw vervoermiddel: de auto. Wil je de concurrentie bij blijven moet je mee dus werd de auto het nieuwe vervoermiddel. Hij bleef ook met paard en wagen rijden zoals uit een ingezonden brief blijkt van een mevrouw die zich ernstig beklaagd over de behandeling die Hooft een paard gaf nadat het was uitgegleden op de Gedempte Gracht. Ze vond het verschrikkelijk om naar te kijken. Een andere kant van de man.
Jan Hooft was niet alleen ondernemer maar was inmiddels ook getrouwd (16-07-1913) met Trijntje Zwart. Hooft was ook vader geworden. Guurtje in 1914, Maria in 1915 en Jan in 1917.
Al eerder was duidelijk geworden dat Jan Hooft zich ook op de markt van het kopen en verkopen van huizen begaf. Eerst als particulier maar in 1918 kan hij het gemeentebestuur melden dat hij als makelaar is beëdigd. Hij heeft inmiddels ook een benzinepomp geplaatst en lanceert vervoer met een luxe auto omnibus. Het gaat ook wel eens minder zoals met de brand die in de garage aan de Botenmakersstraat uitbreekt. Van een aldaar gestalde auto van Albert Heijn breekt plotseling brand uit in de motor en zet het geheel in de hens. Via de uitgang aan het Wijkanspad wist men nog een koets en enige wagens te redden. Maar er gaat veel verloren. Ook het aangrenzende huis van de heer Hooft is een prooi der vlammen.
De ravage na de brand
Na de brand doet Hooft bij de gemeente het verzoek te mogen herbouwen op de plek van de verbrande panden in de Botenmakersstraat. Het pand op nummer 17 wordt een garage met bovenwoning en nummer 19 krijgt weer de functie van woning.
Net als andere taxibedrijven gaat ook Jan Hooft zich bezighouden met het vervoer van zieken en gekwetsten. Als nevenbranche begeeft Hooft zich op het gebied van kinderwagens, speelgoed, koffers en lederwaren. En dat allemaal in het pand aan de Westzijde op nummer 64.
Met de lijkbezorging komt Hooft samen met collega Erven Jan de Boer in opstand tegen de tarieven die ‘Begrafenis-vereniging Zaandam 1869’ de beide vervoerders wil opleggen. Hogere kosten en lagere tarieven en nu ze daar niet mee akkoord gaan wil de begrafenis vereniging zelf vervoer gaan regelen. De beide ondernemers besluiten tot een boycot en roepen het publiek op niet met de begrafenisvereniging in zee te gaan.
Dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit en kiest Jan Hooft ervoor om als propagandist voor de N.S.B uit te komen. Hij wordt blokleider-kringorganisator. Als er ergens een spreker komt kan men de kaarten hiervoor bij Jan Hooft bestellen of afhalen. Als dit voor de Duitse bezetter als voor de Nederlandse handlangers niet goed afloopt is het afgelopen met de firma van Jan Hooft. Zijn bedrijf wordt verzegeld en hijzelf wordt opgepakt en in verzekerde bewaring gebracht. Jan hooft krijgt een gevangenisstraf opgelegd. Zijn vrouw komt na een periode van internering van een jaar vrij zonder verdere straf.
Jan Hooft wordt door de B.S. opgepakt
Er waren bij zijn proces mensen die ten gunst van Hooft spraken. Hij zou kennis hebben gehad van onderduikers in de buurt maar met die kennis nooit iets hebben gedaan. Ik moet aannemen dat Jan Hooft in gevangenschap is overleden want correspondentie met de gemeente gebeurt vanaf dan (1945) namens de weduwe. In de gemeenteadministratie kon ik geen overlijdensbericht van Hooft vinden.
In december 1945 doet de weduwe J. Hooft, adres Westzijde 135, een aanvraag voor aanpassingen aan het pand in de Westzijde 64, omschreven als pakhuis met paardenstal. Het perceel ligt achter het pand nr. 64 aan de Zaan.
In 1948 doen de Erven Jan Hooft nog een aanvraag voor de verbouw van de gevel van het pand waarin later de Brandweer Kring 3 een onderkomen zal krijgen.
Botenmakersstraat 11 – 19, 1972
Illustraties: Gemeentearchief Zaanstad