Straatnamen van de Vijfhoek 

 door Ruud Meijns

Ik kijk niet veel naar straatnaambordjes omdat ik meestal wel weet waar ik ben. Maar dit keer deed ik dat wel, in de Vijfhoek en moest tot m’n verbazing merken dat een aantal van de oude namen uit die buurt met de sloop in 2003 ook zijn verdwenen. Ik was daar omdat we in het najaarsnummer van ons blad een artikel hebben over de Vijfhoek en ik wilde iets over de namen van de straten vertellen. De nieuwe buurt tussen de Zuiddijk en de Wibautstraat heeft bij de nieuwbouw ook nieuwe namen gekregen; allemaal van tropische eilanden; Madagaskar, Madeira, Mauritius, La Palma en Bermuda.

De straatnamen van Groen van Prinsteren, Abraham Kuyper en van Mgr. Nolen zijn dus niet teruggekeerd. Gelukkig is de naam van Pieter Jelles Troelstra niet verdwenen want zijn naam is van de straat waaraan de Vijfhoek ligt. Blijven over; Van Houtenstraat, Albardastraat, Cort van der Lindenstraat en Aalbersestraat. Het zijn de namen van staatslieden uit de vorige eeuw en nog van die daarvoor. Dat zegt weinig mensen nog iets, daarom is een verheldering wel op zijn plaats. We beginnen bij Pieter Jelles Troelstra.

Pieter Jelles Troelstra (Leeuwarden, 20 april 1860 – Den Haag, 12 mei 1930) was een Nederlands dichter, advocaat, journalist en politicus. Hij is bekend geworden als de socialistische leider die in november 1918, in navolging van de omwenteling in Duitsland, in Nederland de socialistische revolutie wilde uitroepen. Daarnaast heeft Troelstra in Friesland grote bekendheid gekregen als Fries schrijver en dichter.

Troelstra verhuisde in 1893 naar Amsterdam. Het jaar daarop stond hij mede aan de wieg van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en in 1897 kwam hij voor het kiesdistrict Tietjerksteradeel in de Tweede Kamer. Daar toonde hij zich vooral een overtuigd anti-monarchist. Hij weigerde op Prinsjesdag aanwezig te zijn bij de opening van de Staten-Generaal en organiseerde in plaats daarvan demonstraties in Den Haag.

Na het uitbreken van de Russische revolutie meende Troelstra zijn kans schoon te zien en riep de Nederlandse bevolking in 1918 op tot een socialistische revolutie. Dit mislukte en zijn oproep ging de geschiedenis in als de Vergissing van Troelstra; het was een grote teleurstelling voor hem. Troelstra begon zich langzamerhand uit de politiek terug te trekken. In de laatste jaren van zijn leven schreef hij onder de titel Gedenkschriften in het Nederlands zijn memoires.

Pieter Jelles Troelstra overleed op 70-jarige leeftijd. Zijn begrafenis op 16 mei 1930 trok tussen de 35.000 en 40.000 bezoekers.

Samuel van Houten (Groningen, 17 februari 1837 – Den Haag, 14 oktober 1930) was een Nederlands liberaal politicus, die vooral bekend werd door zijn Kinderwetje uit 1874 waarin bepaalde vormen van kinderarbeid werden verboden. Dit was de tweede sociale wet in Nederland, na de Armenwet in 1854. Zijn argumentatie voor zijn streven naar een corrigerende overheid berustte op economische motieven. Kinderarbeid zou roofbouw zijn op het nationaal productieve vermogen.

Van Houten was van mening dat de staat geen nivelleringspolitiek moest uitoefenen. Zijn sociale politiek was gestoeld op de visie dat de bovenklasse het staatsbestel en de economie zo hadden ingericht, dat louter zij hiervan profiteerden. Een voorbeeld hiervan was het door hem bekritiseerde coalitieverbod, dat arbeiders verbood zich te organiseren in vakbonden, om zo hun positie te versterken.

Van Houten overleed in Den Haag op 93-jarige leeftijd. Hij ligt begraven op begraafplaats Oud Eik en Duinen.

Pieter Wilhelm Adrianus Cort van der Linden (Den Haag, 14 mei 1846 – aldaar, 15 juli 1935) was een Nederlands advocaat, rechtsgeleerde en liberaal politicus. Van 1913 tot 1918 was hij voorzitter van de ministerraad (premier) van het naar hem genoemde kabinet-Cort van der Linden. Hij had veel gezag en was zelf partijloos, waardoor hij goed zaken kon doen met de confessionelen en socialisten. Hij wist Nederland buiten de Eerste Wereldoorlog te houden en hij bracht de Pacificatie van 1917 tot stand. Cort van der Linden wordt gezien als een van de grootste staatsmannen van de twintigste eeuw.

Pieter Cort van der Linden had bij zijn aantreden als premier bij de koningin bedongen dat hij na zijn ministerschap opnieuw lid zou worden van de Raad van State (hij bleef dit tot 1934). Hij overleed op 89-jarige leeftijd en werd op 18 juli 1935 op de Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen begraven.

Johan Willem Albarda (Leeuwarden, 5 juni 1877 – Den Haag, 19 april 1957) was een Nederlands minister en lid van de Raad van State. Van 1911 tot zijn Tweede Kamerlidmaatschap in 1913 was hij directeur van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs in Amsterdam. Hij was van 1915 tot 1927 lid van de gemeenteraad van Den Haag en in de periode 1917-1923 wethouder van onderwijs. Dat maakte hem de eerste wethouder van de SDAP in Den Haag.[1][2] Van 1916 tot 1919 was hij lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Van 1913 tot 1939 was hij lid van de Tweede Kamer en in 1925 volgde hij Pieter Jelles Troelstra op als voorzitter van de socialistische SDAP-fractie. In 1939 werd hij minister van Waterstaat in het kabinet-De Geer II. In mei 1940 week hij met de Nederlandse regering uit naar Engeland en nam deel aan de Londense kabinetten onder leiding van Pieter Gerbrandy. Na de oorlog werd hij lid van de Raad van State (1945-1952).

Petrus Josephus Mattheus (Piet) Aalberse (Leiden, 27 maart 1871[1] – Den Haag, 5 juli 1948) was een Nederlands rooms-katholiek politicus en jurist. Aalberse was de eerste minister van Arbeid in Nederland. Onder zijn bewind kwam de Arbeidswet van 1919 tot stand, die de arbeidsduur van werknemers regelde. In 1920 werd hij de eerste voorzitter van de Hoge Raad van Arbeid, de voorloper van de Sociaal-Economische Raad (SER) en van 1937 tot 1944 voorzitter van de Mijnraad. Als dank daarvoor ontwierp en maakte kunstenaar Cephas Stauthamer een borstbeeld van hem, dat al tijdens zijn leven onthuld werd in de Amsterdamse wijk Tuindorp Oostzaan. In 1953 vernoemde Amsterdam vervolgens nog een straat naar hem.

Foto’s: R. Meijns