Barbiers-affaire

door Ruud Meijns

Bij het woord affaire denken we tegenwoordig al snel aan pikante zaken of zoals het in de woordenboek staat; een geheime liefdesrelatie. Rond 1900 kon het ook betekenen iemands bedrijf en in dit geval ging het om het bedrijf van de barbier W. Venlet. Hij was van plan zijn zaak te sluiten en zijn collega’s waren er als de kippen bij.

 In 1886 besloot dhr. W. Venlet, barbier wonende (bij de Dam) Westzijde J 148, zijn bedrijf te beĆ«indigen. Hij liet dat zijn klanten keurig weten via een advertentie in de krant. Waarom zou hij daarmee stoppen? Daar kunnen we alleen maar naar raden. Misschien had hij het te druk. Hij was ook nog secretaris van de Burgerkiesvereniging en hij was debitant of splitter van de Staatloterij. Hij was officieel gemachtigde bij de loterij en mocht dus ook loten in kleinere delen splitsen.

Lang hoefden zijn klanten niet te wachten om geknipt en geschoren te worden want in dezelfde week zagen we collega barbiers hun diensten aanbieden, ook via een advertentie. Dit zijn er twee.

 

 

 

 

 

Gelukkig voor de Zaandamse mannen waren er genoeg barbiers getuige het adresboek van 1885. En dan staan er een paar zelfs niet in dit lijstje.