Machinefabriek Staalwerk

door Ruud Meijns

Aan de Hogendijk lag de machinefabriek en metaalgieterij ‘Staalwerk’. Op 9 februari 1901 vraagt dhr. C.J. Westermann uit Bussum aan het gemeentebestuur een vergunning aan ‘tot het oprichten van eene fabriek voor Metaalbewerking, gedreven door een gasmotor, op het terrein aan den Hoogendijk alhier, kadastraal bekend in Sectie K, No. 2586’. De vergunning wordt voorwaardelijk verleend eind maart 1901.

Voorwaardelijk omdat er ook nog een verzoek loopt voor de Hinderwet voor het plaatsen en in werking brengen van een stoomwerktuig en Stoomketel van 30 paardenkracht bij de in aanbouw zijnde fabriek.

Op deze foto van rond 1900 zijn de gebouwen van deze fabriek, precies achter het zeil van het bootje te zien. De schoorsteen links is van het stoomgemaal de Soetenboom. (foto: Atlas Noord-Holland)

Ook in 1901 vraagt dhr. C.J.Westermann het gemeentebestuur een stuk grond te mogen kopen te weten een deel water met ondergrond in de Voorzaan voor een steiger. Het gaat hier om de Voorzaan die tegen de Hogendijk aanligt.

Wat had Zaandam aan machinefabrieken, weinig. Er waren grote en kleine smederijen. Corn. Van de Stadt Hz. had een machinefabriekje aan het Kattegat maar dat fabriekje wordt in 1883 opgeheven en te koop aangeboden. Ook A. Cos had een machinefabriekje in Zaandam op het Papenpad. Beide waren in feite een uitgebreide smederij.

Om nog terug te komen op de vraag van dhr. Westermann aan het gemeentebestuur, het antwoord was dat hij het stuk gemeentegrond niet kon kopen. Hij zou het wel in gebruik mogen krijgen voor langer dan een jaar. Wie was deze C.J. Westermann?

Westermann

Carel Jacob Westermann was op 10 april 1872 in Djakarta, Ned. Indië geboren. Hij was opgeleid als ingenieur. Op 9 december 1897, 25 jaar oud, trouwde hij in Nederland, in Amsterdam met Wilhelmine Auguste Gossman. Het echtpaar woonde op Hogendijk 33 en kreeg 6 kinderen.  

Hogendijk, rechts 2e huis is nummer 33 waar de familie Westermann woonde.

Aan het einde van het eerste jaar, 1901 breekt er een staking uit bij het bedrijf. Vijf van de 22 werknemers waren nog aan het werk, de rest was naar Amsterdam vertrokken voor een bijeenkomst met andere stakers.  Het was dus een bedrijf met toen al 22 werknemers, een behoorlijke machinefabriek dus. De staking eindigt een paar dagen later.

Het is niet alleen de machinefabriek en gieterij maar Westermann prijst zich in de kranten ook aan voor vele vormen van dienstverlening in de machine- en metaalsector. Hij is tevens agent voor ‘Lokomobielen[1], Stoommachines, Hefwerktuigen en allerlei vormen van pijpmateriaal’. En het bedrijf repareert land- en scheepsmachines. Hij laat ook zien dat er werk is getuige de regelmatige advertenties voor personeel.

In 1902 krijgt hij de opdracht van de gemeente Amsterdam om voor de Amsterdamse gemeentetram alle machinedrijfwerk te leveren. Een andere flinke klus was de opdracht om een draaibare spoorbrug over de Hoogeveense Vaart te leveren. Het is dus geen kleine jongen.

Voor het gieten van ijzer laat dhr. Westermann op een stuk land in het verlengde van de Prins Hendrikkade een pand neerzetten. Hem wordt daartoe vergunning verleend. De plek ligt bij de scheepswerf van Seijmonsbergen, achter de Zuiddijk. Het pand ligt aan het water en dat is voor de bereikbaarheid van belang.

Dit is de scheepswerf van Berghouwer gevestigd in de Bleekersstraat, aan het water van de Hanenpadsloot. Links aan de overkant staat de staalgieterij van Westermann.

Stakingen

Arbeidsconflicten blijven de fabriek bezoeken. Begin februari 1903 breekt er een staking uit omdat er 3 werknemers ontslagen worden wegens slapte. Dit is de aanleiding maar er heerst over meer zaken onvrede zo blijkt tijdens een bijeenkomst in café De IJsbeer.

De eisen van de stakers zijn:

  1. Intrekking van het ontslag
  2. Het laten vallen van de bepaling dat gebroken gereedschap vergoed moet worden bij onvoorzichtigheid of onachtzaamheid.
  3. Een gegarandeerde arbeidsdag van 10 uur en
  4. bij noodzakelijk ontslag bij gebrek aan werk de garantie dat de ontslagen werknemers als eerste weer terug genomen zullen worden.

Wat niet genoemd wordt is dat er onvrede heerst over één van de voormannen.

De heer Westermann liet weten  dat hij voorlopig niet bereid is de eisen in te willigen. Arbeiders die in de ijzergieterij werken verklaren zich solidair met de stakers van de machinefabriek. Op de Hogendijk wordt door de stakers een poging gedaan om enkele werkwilligen die permanent in de fabriek verblijven en het gezin van dhr. Westermann dat op nr. 33 woont, door uithongering tot overgave te dwingen. Leveranciers van etenswaren e.d. wordt de toegang door stakenden belet. De politie houdt een oogje in het zeil.

1903 is ook het jaar van de grote spoorwegstaking dus men kan spreken van een wat verhitte stemming. In Zaandam wordt de Politie versterkt met Rijksveldwachters. Op zaterdagavond opstootjes met kwajongens; het wordt er niet beter op. Westermann doet via een open brief een beroep op de Zaandamse gemeenschap. Hij laat weten niet toe te geven. Vakbonden, het P.A.S. zet zich erachter, maar men zet wel kanttekeningen dat de staking misschien wat overhaast is begonnen. Uiteindelijk lukt het door bemiddeling van dhr. E. G. Verkade beide partijen tot elkaar te brengen en wordt de staking na een maand beëindigd.

In 1908 wordt de machinefabriek ‘Staalwerk’ omgezet in een naamloze vennootschap met een kapitaal van f 125.000,–, verdeeld in 125 aandelen van f 1000,–, waarvan er 49 al zijn voldaan. Het bestuur bestaat uit de directeur C.J. Westermann en 2 commissarissen t.w. dhr. C.J.J. Westermann en mr. W.B. Westermann.

Maart 1911 klimt de N.V. Staalwerk in de pen richting het gemeentebestuur omdat men heeft vernomen van een onderhandse aanbesteding van een automatische kolen-losinstallatie bij de gasfabriek waarvoor zij niet is uitgenodigd. Van de wel gevraagde firma’s was Duyvis & Co. de laagste inschrijving. De voorzitter van de gemeenteraad mr. C.A. Elias stelt dat nu de cijfers van de aanbesteding bekend zijn men niet opnieuw kan aanbesteden, maar dat men in het vervolg alle daarvoor in aanmerking komende firma’s moeten worden uitnodigen.

In 1913 kan men in Zaandam enig werk van de firma Staalwerk bewonderen. Aan de brug over de Wilhelminasluis is een nieuwe beweegkracht aangebracht.

Bij het installeren was de oude installatie nog in werking en zo heeft men kunnen zien dat de nieuwe niet alleen gemakkelijker maar ook sneller werkt.

Foto links: Het gaat om de vervanging van het draaiwerk hier op de foto. Het is overigens wel duidelijk wie hier de chef is.

 

In 1914 breekt de eerste Wereldoorlog uit. Nederland is neutraal maar voor het ene bedrijf betekende de oorlog een tegenslag en voor de ander een mogelijkheid tot extra werk.

Voor Staalwerk was het tekort aan brandstoffen in Nederland een uitkomst want de vraag naar turf steeg enorm en Staalwerk bouwde turfpersmachines.[2]

In 1915 verzoekt Staalwerk het gemeentebestuur om een terrein van 2000 m2  en om het recht een aangrenzend terrein van ongeveer dezelfde grootte voor vijf jaar te mogen huren aan de Nieuwe Zeehaven nabij het Noordzeekanaal. N.V. Machinefabriek en IJzer- en Metaalgieterij Staalwerk wil daar een nieuw fabriek opzetten.  Die fabriek komt er want in november wordt er een vergunning afgegeven. In de raad was er nog wel even discussie omdat men bang was dat de fabriek ‘ouwe troep’ van haar huidige adres wil overplaatsen. Maar de raad was blij dat er nu schot in de uitgifte van percelen in de Nieuwe Zeehaven kwam.

Eind mei 1917 is bij de machinefabriek Staalwerk een staking uitgebroken. De eis van de werknemers is 10% loonsverhoging. Omdat er in de gieterij veel werk op aflevering wacht denkt men dat er spoedig een oplossing komt. Maar dat bleek ijdele hoop.

Tussendoor vervult dhr. Westermann nog een maatschappelijke taak als toezichthouder bij het Middelbaar Onderwijs. Diezelfde Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, de gehele commissie, dient in februari 1916 met onmiddellijke ingang haar ontslag in bij het gemeentebestuur waarmee zij in een conflict is gekomen.

27 juli 1917 had dhr. Westerman al het personeel, i.v.m. de lopende staking, op enkele uitzonderingen na ontslag aangezegd. Pas in september kwam het door bemiddeling van wethouder Donia tot een oplossing.

Eind 1918 stopt de ‘N.V. Zaandamsche Machinefabriek en Constructiewerkplaats” aan het Papenpad ermee. De zaak wordt openbaar verkocht. Dat moet een voordeel zijn voor de overige machinefabrieken.

Ambachtsschool

Leerlingen bankwerken van de Ambachtsschool aan de Herengracht bezochten in 1919 de ijzergieterij van Westermann op de Hogendijk. De docent wilde zijn leerlingen het gieten van ijzer laten zien. Er was geen afspraak gemaakt maar toch maakten de leerlingen kennis met het hele proces van het smelten tot het gieten van de vormen. Afspraak was dat ze daar een verslag van zouden maken. Het verslag voor de krant was gemaakt door leerling P. van Heijningen, bankwerker Klas 2.

In 1920 wordt er een nieuwe directeur aangesteld bij machinefabriek Staalwerk; dhr. J.C.A. Herman.

Later in het jaar verschijnen er kleine annonces in de krant waarin dhr. Carel J. Westermann zich aanbiedt als bureau voor technische adviezen.

In oktober 1921 wordt de fabriek ‘Staalwerk’ te koop aangeboden inhoudende: ruim fabrieksgebouw met woonhuis, kantoren, erf en grond te Zaandam Hoogendijk 33b en 33c. Nadere meldingen over de verkoop van de fabriek zijn er niet tot er 3 juni 1922 een grote advertentie verschijnt met:

Dat is dan echt het einde van de machinefabriek van dhr. Carel J. Westermann aan de Hogendijk 33, hoewel hij al niet meer als directeur verbonden was.

Van dhr. Westermann horen wij pas weer in 1930 als hij ’t Zaansche Wolhuis in Oostzijde 96H opent. In 1933 wordt hij vader van dochter Helena Wilhelmina. Hij is voor de tweede maal getrouwd.

Hij overlijdt op 88 jarige leeftijd in Gouda.

De plek waar machinefabriek Staalwerk aan de Hogendijk was gevestigd wordt later ingenomen door de firma Jan Visser, verffabrikant.

Foto’s: Gemeentearchief Zaanstad, Atlas Noord-Holland.

Bron: Gemeentearchief Zaanstad, Delpher, artikel Ambachtsschool.

[1] locomobiel (lokomobiel)

[→Fr.], m. (-en), verplaatsbare stoommachine; een door een stoommachine aangedreven trekker.

[2] Het profijt van de oorlog door Jur Kingma – Zaans Erfgoed nr. 51.