Historie

Uit de jeugd van Annie Leijen

De vereniging Historisch Zaandam ontving van M. Logman een brief uit de nalatenschap van haar moeder. Het is een brief die haar moeder, Annie Leijen 31-01-1932/15-11-2023, schreef aan haar broer Simon voor zijn 80e verjaardag. Gelukkig voor ons heeft ze aan ons gedacht. We hebben bij dit verhaal zoveel mogelijk illustraties gezocht die voor een deel uit het Gemeentearchief Zaanstad en voor een deel uit het familiearchief van de familie Logman komen.

Het echtpaar Jacobus Nicolaas Leijen en Johanna Barbara Keesen schreef zich op 29 april 1925 in de gemeente Zaandam in. Ze kwamen uit Alkmaar en het eerste adres in Zaandam was Czaar Peterstraat 21, een bovenwoning. Johanna Anthonia Maria (Annie) diende zich als eerste kind aan. Het verhaal opent als een PDF en u dient dan hier te klikken.

Zaans voor beginners

Voor de liefhebbers hier weer een stukje Zaans. Als ik de taal machtig was zou ik het in het Zaans skraive, maar dat wil ik jullie niet aan doen.

Hain de Molenaar schreef in De Zaende van 1946 zijn herinneringen op aan de tabakswinkel van Köhne op de Zuiddijk hoek Zuiderkerkstraat zoals op de foto uit 1870. Ik heb het hier als PDF geplaatst. Dan is het ook te downloaden.

Om ’t Zaans goed tot je door te laten dringen is het wenselijk om het hardop voor te lezen, al is het maar aan jezelf. Klik op de titel en dan lese maar!

 

Ut ouwe tebakswinkeltje van Remmert Köhne

De Juffer  

     ‘De Juffer en de Jonker zoenen elkaar in het donker’

door Ruud Meijns

De molens de Juffer en de Jonker stonden beide in Oost-Zaandam aan de Zaan even ten zuiden van de Noordervaldeursluis. Zo zijn ze te zien op de kaart van Oostwoud uit 1794.

Van iets later, 1871, is het schilderij gemaakt door Claude Monet van de Zaan in dezelfde omgeving. Verder lezen

Westzijde 192 – Familie van Doesburgh

door Ruud Meijns

In het onvolprezen “Zaans Namen Lexicon” van Dick Kerssens trof ik een fotootje van de villa van de weduwe E.B. van Doesburgh in de Westzijde 192.

Als je nu naar dit huisnummer zoekt krijg je alleen maar Verkade. De villa stond op het terrein dat op dit moment voornamelijk als parkeerterrein wordt gebruikt voor de Bieb en Fluxus.

Verder lezen

De jeugdherinneringen van Dick Bakker (7/7)

– Deel 7 – De jeugdherinneringen van D.W. Bakker, geboren 15 april 1935, opgetekend in 1970.

De Jeugdvereniging.

Aris en ik kwamen op het idee om onze vrije tijd te gaan doorbrengen bij de padvinderij. Bij Nieuwenhuizen van de drankwinkel in de Westzijde, die hopman was of iets dergelijks, gingen we alvast informeren hoe je erbij kon komen. Maar dat viel bij onze ouders niet in goede aarde. Padvinderij was iets voor rijkelui en ook nog militaristisch werd ons voorgehouden. Als we wat wilden gingen we maar naar de A.J.C., een degelijke socialistische jeugdbeweging. Zo werden we dus A.J.C.-ers.

Maar dat werd je niet zo maar. Nee, voor dat je de rode halsdoek mocht dragen, moest je een proef afleggen en daarvoor volgde je in een proefkoppel elke woensdagavond een lesavond. Ik heb nooit spijt gehad van dit lidmaatschap. Je leerde veel over de natuur, hoe deze te beschermen en hoe je als kampeerder in de natuur te gedragen. Het bekende “Laat niet als dank voor het aangenaam verpozen, de eigenaar van het land de schillen en de dozen” werd uitdrukkelijk nageleefd. Verdere wetenswaardigheden omtrent kampvuur maken zonder de omgeving af te branden, allerlei touwknopen en andere praktische vaardigheden werden je bijgebracht. Na je proef volbracht te hebben werd je “trekvogel” naarmate je ouder werd volgde de indeling bij de “Voortrekkers” en “Rode Valken”. Helaas, voor dat ik zover was, bedacht men dat een AJC uit de tijd was en werd de club opgeheven. Verder lezen

Einde nadert

Er wordt druk gesloopt aan het kantoor van William Pont op het Zaaneiland. Het moet plaatsmaken voor nieuwbouw.

foto: Ruud Meijns

Hembrug aangevaren

Die goeie ouwe Hembrug was weer eens aangevaren. 50 jaar geleden, 20 oktober 1974 botste het Amerikaanse booreiland Choctaw tegen de noordelijke peiler van de Hembrug met aanzienlijke schade tot gevolg. Het spoor Amsterdam – Zaandam was zo zwaar beschadigd dat het wel enkele weken niet gebruikt kon worden. Het andere spoor hoopte men  snel in gebruik te kunnen nemen. Bij het booreiland raakte het helikopterplatform beschadigd en het gevaarte werd naar de haven in Amsterdam teruggesleept.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Foto’s: Gemeentearchief Zaanstad – fotograaf onbekend

Gedempte Gracht of Marktstraat

door Ruud Meijns

Het scheelde weinig of we hadden nooit een Gedempte Gracht meer gehad. In een brief aan de gemeenteraad in oktober 1892 schrijven Burgmeester en Wethouders dat bij het wijzigen van de straatnamen men voor twee straten een uitzondering wil maken. ‘Slechts 2 straten zouden wij anders betiteld willen zien, dan tot dusver gebruikelijk was; het zijn de straten bekend onder de namen “Spoorstraat” en “Gedempte Gracht”. Voor de eerste achten wij “Stationsstraat”, voor de tweede  “Marktstraat” eene betere benaming’.

Dit laatste omdat de Gedempte Gracht de plek is waar de wekelijkse markt wordt gehouden.

Hier zien we de Gracht, 1900 met het houtwerk voor de veemarkt. Verder lezen

Zaansche Politiek

Raadsnotulen 28 januari 1920

De heer Duijs: “De heer Tel wordt gebruikt als vuilnisvat”.

De heer Tel: “De heer Duijs is zelf een vuilnisbak”.

Huis bij tegel gevonden 

door Ruud Meijns

De zoektocht begon tijdens een gesprek met Martien Danenberg die vertelde dat hij thuis op het balkon nog een steen had liggen van een eerste steenlegging. Op de steen stond een naam en het jaartal 1905. Bij nadere inspectie bleek de naam die van Maria Christina Muller te zijn, geboren in 1905. De steen was gevonden in de Oostzijde op een plek waar eens woningen hadden gestaan tussen de Zuidervaldeurstraat en de Klamperstraat.

Het is toeval dat Martien nu in een flat woont die op de plek staat waar deze woning ooit stond. Verder lezen

Westzijde 258

door Ruud Meijns

Iets over de eerdere bewoners van dit kapitale pand staat te lezen in ‘Het dagverhaal van Aafje Gijssen’ met aantekeningen van J. W. van Sante. In deze aantekeningen beschrijft van Sante het volgende: Claes Jansz. Bakker was getrouwd met Maritje Pieters Ouwejan. Hij was grootscheepmaker en had zijn werf aan de Kadijk. Claes en Maritje hadden een dochter Grietje Bakker (1749-1785).  Toen Grietje 1 jaar was kwam vader Claes Jansz. Bakker te overlijden. Haar moeder hertrouwde met de weduwnaar Jan Claasz. de Jongh die een kapitaal pand in de Molenbuurt bewoonde. Kort na het huwelijk overleed de Jongh.

Verder lezen

De jeugdherinneringen van Dick Bakker (6/7)

– Deel 6 – De jeugdherinneringen van D.W. Bakker, geboren 15 april 1935, opgetekend in 1970.

Over Seks en Treinen

Het woord seks kenden we toen nog niet en verder wisten wij er op straat ook niet veel over. Voorlichting kregen we niet en onze nieuwsgierigheid en kennis moesten we opdoen in de vrije nieuwsgaring en dat viel niet mee. Zo makkelijk als het nu is om een naakte vrouw te zien met de reclame op de buis, de rekken met blote tijdschriften in iedere supermarkt en het naaktstrand was het toen niet. Het omkleden voor en na het zwemmen op het strand of bij Kalkovens aan de dijk en bij paal 13 aan de Havenstraat ging zo omzichtig en geheimzinnig, dat er niets te zien was.

Het minst verhullend waren nog de plaatjes van filmsterren in het tijdschrift “De Lach” bij kapper Otte en die waren nog gestoken in complete badpakken. We moesten er dus wat anders op vinden om onze overlopende nieuwsgierigheid te bevredigen. Heel opwindend was het de meiden op school met uitzondering dan van Appie Blomberg te laten “luchtfietsen” als de meesters die tijdens het verblijf op het schoolplein streng surveilleerden het niet zagen. Je stak onverwachts van achteren een hand onder de rok en tilden ze dan even van de grond. De meiden gilden het uit maar vonden het prachtig. De brutaalsten onder de meiden kwamen naast je lopen en staken dan een hand in je broekzak, die je van tevoren kapot had gescheurd, een ervaring die ook niet mis was. Lastig alleen waren die moeders die regelmatig je kleren controleerden en die broekzakken meteen weer dicht naaiden. Wilde je echt wat zien en welke jongen wilde dat niet, dan moest je naar het open bad. Met een briefje van je moeder mocht je van badmeester Bellaart onder het luik door en vrij zwemmen in de Zaan. Met die smoes kon je het eigenlijke doel bereiken, de ruimte onder de kleedhokjes van de meiden. Hangend aan de buizen van een waterleiding hingen we dan in bosjes, bibberend van de kou en spanning, te wachten tot we een deurtje hoorden dichtklappen. Door een afwaterkiertje in de houten vloer kon je dan als je geluk had wat vrouwelijk bloot zien of een druppel water in je oog krijgen. Meer als de toen nog kleine borstjes van Els van Vliet heb ik nooit gezien. Verder lezen

Ereboog voor Napoleon

door Ruud Meijns

Het bezoek van Napoleon Bonaparte, heerser over Europa.

Napoleon bracht in 1811 een opnieuw bezoek aan de Nederlanden. Hij en zijn gevolg verbleven hier van 23 september tot en met 31 oktober 1811. Op 5 september 1811 ontvingen de gemeenten Oost- en Westzaandam bericht dat de Majesteit ook een bezoek aan de Zaan zou brengen.

Vanuit de Prefectuur wordt in de brief benadrukt dat de kosten zo laag mogelijk gehouden moeten worden. Maar zo’n bezoek van de machtigste man van Europa kost genoeg hoofdbrekens. Wat kan en wat moet?

Men besloot erebogen te plaatsen op plekken waarvan men dacht dat de stoet er wel langs zou komen. Maar hoe kwam hij? Kwam hij over land of over het water? Ingeval van het laatste werd ook een aanlegsteiger gebouwd.

Napoleon komt aan in Amsterdam 1811

Op 10 oktober ontvingen de beide gemeenten laat in de avond het bericht dat de keizer en zijn broer de volgende dag met gevolg zouden arriveren. Men liet snel omroepers door de dorpen gaan om het bezoek aan te kondigen. Verder lezen

Het Brulhuis

door Ruud Meijns

Nooit van het Brulhuis gehoord? Nou, ik ook niet tot Winnie de Wit me er op attent maakte. Haar man, Jan Lapere had er in zijn jonge jaren actie voor gevoerd. Het was 25 mei 1967 toen een groep jongeren zich voor het gemeentehuis in drie tenten klaar maakten voor een periode van actievoeren voor een ‘Brulhuis’. De groep dacht aan een ruimte in het oude ziekenhuis aan de Frans Halsstraat of het gebouw van het Leger des Heils aan de Noorderkerkstraat.

De groep bestaande uit: Rens Adelaar, Jan Lapere, Jan Donker, Tjerk Zijlstra, Jos Groen, Hendrik Soek, Tinus Melissen, Jan Heitlager en Hendrik Jan van Wijngaarden dacht met deze actie wel enige tijd aandacht voor hun noodkreet te kunnen genereren.

 

het kampement voor het stadhuis Verder lezen

Geesje K.

 

‘Soms ’s middags om een uur of vijf ga ik hier zitten en schenk ik mezelf een licht wijntje in met veel ijsklontjes erin en zit dan heerlijk naar mijn muziek te luisteren; Chet Baker bijvoorbeeld’.

Ze is geboren op het Prinsenpad 115. Het is het tweede huisje van links achter het hekje. Het was een dubbel woonhuis met in elk een gezin. Het tweede huis, nummer 113, was aan de achterzijde van 115. De ingang was aan de zijkant. Het was zo verschrikkelijk gehorig en als  het dan slecht weer was en het onweerde, dan tikte mijn vader in de kast en riep hij naar buurvouw de Graaf die er toen woonde, ‘moet ik je komen halen?’. Ze was erg bang voor onweer.

Bij het raampje aan de zijkant was vroeger een bedstee en daar heeft mijn vader een keukentje in gemaakt. In dat huis sliepen we met z’n allen op zolder en in één van die bedstee’s had hij een trap naar boven gemaakt. Verder lezen